9
De ziel van de mens, dat is zijn verleden, zijn opgespaard kapitaal van leven. En na zijn dood hoopt hij van de rente te kunnen genieten... Maar wat gebeurt? Al dat leven wordt stiekum achter hem weggevreten door motten muggen insekten wurmen, gespuis dat bij gebrek aan eigen leven paraziteert op menselijke zielen, op de zielen van al de nietsvermoedende hiernamaalsbeluste brave mensen die bij hun dood tot hun grote bekochtheid moeten ondervinden dat hun zuurgewonnen ziel naar de bliksem is, hun vermeend onsterfelijke ziel, in plaats van het lichaam te overleven nog eerder foetsie, voor de vraatzucht van ongedierte gesneuveld als de eerste de beste vergeten ouwe jas.