18
Laat even maar de aandacht verslappen, heel even maar niemand in de buurt zijn - en daar begaat de natuur al de meest ongehoorde dingen. Alles was voorgewend. Afmetingen zijn zoek. Normale verhoudingen bestaan niet meer.
Zo sta ik nietsvermoedend een kuil te graven. Mijn spade stuit op een onbekend ding. Ik verwijder aarde, voorzichtig maak ik het los uit de grond: het lichaam van een enorme logge rups van ruim 200 meter, een monster zo lang dat zijn achterste geledingen al tot de fossiele toestand zijn overgegaan, terwijl de kop met trilharen en monddelen en fasettenogen nog springlevend is, nog knaagt en schreeuwt en beweegt-