45
De uiterste limiet van kleinhandel: wanneer de pasgeïnstalleerde winkelier reeds na het sluiten van één koop hoe onbeduidend ook, genoeg verdiend heeft om zijn zaak over te laten en tot het eind van zijn dagen TV-kijkend en autorijdend van zijn rente te gaan leven.
Dat zal zijn in de tijd wanneer het onmerkbaarste knipperen met een ooglid al gelijk is aan dodelijke broederhaat.