42
Dromen bestaan echt. Met open ogen wandelt men tot aan een rand. Daar wordt een mes opzijgetrokken. (dit snijdt latere herinnering aan de epizode bij voorbaat door) Een plankenvloer, men stapt de droom binnen als een gewone kamer. En is meteen de weg en al wat vroeger was vergeten. Hier is men altijd geweest. Hier is men almachtig. Maar zich zo weinig bewust van zijn almacht dat men vlug de dupe wordt van zichzelf (van zijn angsten) (van zijn krampen) (.)
...De droom is ver. Honderden, duizenden jaren. Millioenen mijlen. (per sekonde) Er is geen weg terug. Daarom komt men terug (zonder weg) valt terug (bodem die losraakt uit een kist) in de werkelijkheid. Dit is louter veronderstelling. Misschien keert nooit iemand weer uit een droom. Wat na de droom komt is iets anders: een ander iemand in een nieuwe werkelijkheid. Millioenen jaren vandaan in de tijd. En ver weg in de ruimte - of helemaal niet zo ver. Een meter. Een halve millimeter. Een onmerkbare millimikron.