40
De bevolking van Eigelb werd introspektief.
Het vorstendom Eigelb was een sportieve nasie, van oudsher en bij uitstek. Hun wielrenners waren onoverwinnelijk. Waren, jawel. Maar nu? Vol moed, vol goede voornemens namen ze de start - werkten zich op het voorplan - slaagden bijvoorbeeld in een onweerstaanbare ontsnapping - maar dan opeens zagen ze het betrekkelijke ja futiele van hun inspanningen in - ze rechtten hun gekromde rug, keken rond met afwezige lichtverbaasde blik - lieten zich inlopen, waren er niet meer met hun spieren of gedachten bij - en hun rezultaten waren naar verhouding. De wereldbefaamde boksers van Eigelb verging het niet beter. Halfweg een internasionale titelkamp verloren zij opeens elke belangstelling voor hun tegenstrever en begonnen nadenkend te staren naar de gebalde vuist in haar leren omhulsel aan het uiteinde van hun eigen gestrekte arm. Haalden de wielrenners soms nog het eind van een wedstrijd - zij niet.
Maar de Eigelben gingen niet gebukt onder het verlies van hun kampioenen, de hele bevolking verintrospektiefde immers. Na weinige jaren had het eens zo sportieve vorstendom zich afgekeerd van elke sport spektakulairder dan schaken en telde zij geen atleet, beleefde zij geen sportmanifestasie meer. Tenzij men hiertoe zou rekenen een tafereel als het volgende. Enkele oude heren in hemdsmouwen, werkelijk nog van de oude garde, die vóór een rustige villa éénmaal de lengte van het gladgeschoren grasveld langzaam afdraven, for old times' sake, of om de louter estetiese waarde van deze lichaamsbeweging; hun