Zij zingen

[p. 159]

Heil 't vaderland

Heil 't Vaderland!

Dat het moge bewaren

De vrijheid, de vreugd,
Buiten alle gevaren,
In daadkracht en deugd!
Dat het leve door handel,
In goedheid en gunst;
Steeds de wegen bewandel
Van grootheid en kunst!
Heil! Heil! 't Vaderland!

Heil 't Vaderland!
Om de stroomen, de steden,
Zoo schitterend schoon;
Om het roemrijk verleden,
Zijn schild en zijn koon;
Om de velden, de wouden
Met geuren bevracht,
O, het blijve behouden
In eendracht en macht!
Heil! Heil! 't Vaderland!