Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] Din en Daan Din en Daan Die zaten aan De peren bij den pachter; Bij 't minst gerucht Nam Daan de vlucht En Dina liep er achter. Foks de hond Die zou terstond Hun leeren peren pakken. Maar Din en Daan Die ruimden baan Met klikken en met klakken. 't Is wel besteed Zei Din vol zweet En angst van 't danig loopen. 't Is waar, zei Daan Wij gaan voortaan Maar liever peren koopen. Vorige Volgende