Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Avondpraatje Zei de hond, Wauw, wauw, De avond komt Gauw, gauw, Zie, hoe met zijn zwarten steert Hij langsheen de wegen scheert! Zei de kat, Mauw, mauw, 'k weet wel wat, Gauw, gauw, Hondje lief van grooten vaak Slaapt gij in, terwijl ik waak. Zei de hond, Hauw, hauw, Loopt gij rond, Gauw, gauw, Katje lief, bij 't minst gerucht Spring ik op, terwijl gij vlucht! Vorige Volgende