Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Prinsesje, schoon prinsesje Prinsesje, schoon prinsesje, Hebt gij dan alles niet, Dat gij zoo droef te moede Steeds naar de verte ziet? - ‘Ik wacht mijn keer en vader, Die krijg voert overzee; Hij krengt me diamanten En rijke paarlen meê!’ - - ‘Prinsesje, denk ik stille, Hoe gij me deernis kaart. Ik vind een kus van moeder Mij meer dan schatten waard!’ Vorige Volgende