Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Koeken bakken Er was ne keer een vrouw Die koeken bakken wou, Maar ze moest het meel nog builen. Zie de zemelbak Pattatra, die brak En kaar kindje ging aan 't huilen. Er kwam meteen een boer Die vaagde van den vloer, Vlug het meel uit al de hoeken, Bakken bakken maar, Op een wip, 't was klaar! En het kindje kreeg de hoeken. Vorige Volgende