Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] De vischjes Kijk, moeder lief, hoe aardig De vischjes in den vliet! Zie een, twee, drie,... wel konderd Ze tellen kan ik met. ’ ‘Nu zijn ze weg. Hee, moeder, Waar zijn zij keen gevlucht? Ack, zullen zij niet sterven, Daaronder zonder lucht?’ - - ‘Mijn vriendje, 't is het water, Dat 't vischje slechts begeert. Gij zult dat alles weten Zoo gij maar vlijtig leert!’ Vorige Volgende