Zij zingen(1928)–Willem Gijssels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] De sterretjes De sterretjes loopen den ganschen nacht Op hunne bloote voeten, Zij maken geen herrie, de wolken zijn zacht Waarlangs zij loopen moeten. Wij loopen des morgens als 't klokje luidt Op blokjes en op schoetjes. Dan rusten in 't bedje, de sterrekens uit, En slapen zoetjes, zoetjes! Vorige Volgende