Klaaglied om Agnes
(1999)–Marnix Gijsen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 199]
| |||||||||||||||||||||||||||||
VerantwoordingBronnenNiet alle documentaire bronnen die behoren tot de ontstaansen drukgeschiedenis van Klaaglied om Agnes zijn bekend.Ga naar eind23 Voor het hele oeuvre van Marnix Gijsen geldt dat er tot op heden zeer weinig manuscripten, concepten, kladversies, aantekenboekjes, typoscripten of gecorrigeerde drukproeven zijn teruggevonden. In de collectie van het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven (amvc) bevindt zich wel een uitgebreide verzameling brieven en parafernalia, maar weinig of geen documentaire bronnen. De editeurs van het Verzameld Werk, Marc Galle en Willy Devos, konden naar eigen zeggen rekenen op de medewerking van Marnix Gijsen, maar werden ook geconfronteerd met dit probleem. ‘Talrijke manuscripten werden door de auteur vernietigd. Bij het samenstellen van dit Verzameld Werk, waarvan de uitgave geen wetenschappelijke oogmerken heeft, konden de herdrukken wel onderling worden vergeleken, maar kon dus vrijwel nooit naar de handschriften worden verwezen.’Ga naar eind24 Een deel van het archief van Marnix Gijsen is via zijn tweede vrouw Maria Magdalena Goris-Bambust en Marc Galle terechtgekomen in het amvc. Gijsen heeft zelf ook stukken afge- | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| |||||||||||||||||||||||||||||
staan aan het Antwerpse archief. Een onbekende hoeveelheid materiaal is nog steeds in het bezit van de erven van Gijsens broer René Goris. Van deze collectie is geen inventaris beschikbaar. Bovendien hebben de erven René Goris besloten hun archief tot in de verre toekomst gesloten te houden. Wat er met het manuscript en de drukproeven van Klaaglied om Agnes is gebeurd, blijft een raadsel.
Tijdens Gijsens leven zijn er 22 drukken van Klaaglied om Agnes verschenen, aanvankelijk bij A.A.M. Stols en later bij Nijgh & Van Ditmar. Tot en met de achtste druk (Nijgh & Van Ditmar, 1954) gaat het om ongewijzigde oplagen van de eerste druk. De eerste druk verschijnt in 1951 als een gebonden editie in een lichtgrijze, linnen band met gouden bandstempel van Helmut Salden. Het stofomslag is van Theo Bitter. Er zijn vijftien luxe-exemplaren op Hollands papier gedrukt.
De uitgever Alexander A.M. Stols (1900-1973) heeft al in 1939 schriftelijk contact met Marnix Gijsen, in verband met de Wereldtentoonstelling die dat jaar te New York plaatsvindt. Gijsen is vanaf 1 februari 1939 in Amerika aan de slag als adjunct-commissaris-generaal van de Belgische regering en houdt zich bezig met de organisatie van het Belgisch paviljoen. Op 11 februari 1947 vraagt Stols officieel of Gijsen bij hem wil publiceren.Ga naar eind25 Gijsen zegt toe en tot 1964 verschijnt al zijn literair werk bij A.A.M. Stols, te beginnen bij zijn romandebuut Het boek van Joachim van Babylon (1947). Jan Greshoff (1888-1971), die ook te New York woont, doet dienst als tussenpersoon en neemt de redactie van de boeken op zich. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Gijsen is meteen een van de best verkopende auteurs van Stols. Ook Klaaglied om Agnes is een succes. In 1951 en 1952 brengt Stols zeven herdrukken op de markt, die identiek zijn, op de drukvermelding na. De noot van de uitgever die in de eerste druk is opgenomen verdwijnt vanaf de achtste druk (1954), voor het overige is het zetsel identiek aan de eerste druk. Voor de negende druk (1959) is er nieuw zetsel gemaakt. De roman verschijnt in een co-editie van Nijgh & Van Ditmar en A.A.M. Stols, als deel van de populaire Zakdoekenreeks (‘Boeken die U beslist niet wilt missen’). Het bandontwerp blijft hetzelfde. Titelpagina, formaat en stofomslag veranderen. De meest opvallende tekstuele aanpassing is de ‘Gentse slager’ (eerste druk, p. 18) die een ‘Brugse slager’ (negende druk, p. 18) is geworden, waarmee duidelijk wordt dat Gijsen hier op de mythische Jan Breydel doelt. Voorts wordt ‘mijn moeder’ op de meeste plaatsen ‘moeder’. De tiende druk (1961) en de elfde druk (1967) zijn identiek aan de negende druk. Op 1 juli 1964 wordt uitgeverij A.A.M. Stols/J.P. Barth opgedoekt na zware financiële moeilijkheden. Bij de liquidatie wordt het fonds verdeeld tussen Nijgh & Van Ditmar en Meulenhoff. Klaaglied om Agnes verhuist naar Nijgh & Van Ditmar. De twaalfde druk verschijnt in 1967. Vanaf de dertiende druk (1970) is de roman deel 97 van Nijgh & Van Ditmar's paperbacks. Voor die dertiende druk is er nieuw zetsel gemaakt. Een deel van de oplage van de dertiende druk verschijnt in 1971 bij het Davidsfonds te Leuven (Belfortreeks nr. 575). | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| |||||||||||||||||||||||||||||
De veertiende druk (1973) en de vijftiende druk (1975) zijn identiek aan de dertiende druk. Voor de zestiende druk (1977) is er nieuw zetsel gemaakt en zijn er voor het laatst enkele wijzigingen aangebracht in de tekst. Zo is ‘hartelijk’ ‘hartstochtelijk’ geworden (zestiende druk, p. 99). Op een andere plaats ontstaat er een vreemde zin: ‘Ik heb je lief, dwaze jongen. Je zal van mijn zoen niet sterven, maar je hebt het gewaagd.’ (eerste druk, p. 170) ‘Ik heb je lief, dwaze jongen, maar je hebt het gewaagd.’ (zestiende druk, p. 139) In 1977 verschijnt het Verzameld Werk van Marnix Gijsen in een co-editie van Meulenhoff en Nijgh & Van Ditmar. De editie van Klaaglied om Agnes die in het Verzameld Werk staat, is ‘afgedrukt naar de elfde druk’.Ga naar eind26 De zeventiende druk (1979) is identiek aan de zestiende druk. Het is de laatste druk die verschijnt als deel 97 van Nijgh & Van Ditmar's paperbacks. Daarna is Klaaglied om Agnes geregeld herdrukt, waarbij steeds het zetsel van de zestiende druk is gebruikt.
Klaaglied om Agnes verschijnt in 1974 als Bulk Boek nr. 29 bij Knippenberg's Uitgeverij te Utrecht. De roman is vertaald in het Engels (Lament for Agnes, Twayne, 1975), in het Zweeds (Klagosång över Agnes, Coeckelberghs, 1976) en in het Afrikaans (Klaaglied om Agnes, Academica, 1977). De Afrikaanse vertaling is herdrukt in 1979. In 1979 verschijnt de roman ook in het Welsch (Galarnad Annes, Davies, 1979). In 1975 is van Klaaglied om Agnes een tv-film gemaakt. De regie van deze coproductie brt-ncrv was in handen van Ruud Kens. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Het valt niet te achterhalen hoe nauwlettend Gijsen heeft toegekeken op alle herdrukken die bij zijn leven zijn verschenen en of hij na de eerste druk nieuwe edities heeft gereviseerd of actief geautoriseerd. Drie keer is er een mogelijkheid geweest de tekst van de roman te herzien, bij de negende (1959), de dertiende (1967), en de zestiende druk (1977). Hierover is vooralsnog geen correspondentie teruggevonden. Ook al dan niet gecorrigeerde drukproeven ontbreken. Over het totstandkomen van de eerste druk is wel een en ander bekend. In de vroege jaren vijftig hield Jan Greshoff zich voor uitgeverij A.A.M. Stols hoofdzakelijk met Marnix Gijsen bezig. De wijze waarop Greshoff de kopij die Gijsen leverde onder handen nam, wilde hij liever verborgen houden voor de laatste. Op 27 december 1951 schrijft Greshoff aan Stols: ‘Let wel: Bert [Marnix Gijsen] zelf heeft er geen idee van hoeveel er in G. en Kw. [Goed en kwaad] en Agnes veranderd is! Laat het hem nooit merken. En laat vooral de buitenwacht er nooit lucht van krijgen. Dat is - onder ons een geheim - en een zaak van groot vertrouwen.’Ga naar eind27 Ook J.P. Barth, de compagnon van Stols, wordt op 26 april 1952 door Greshoff herinnerd aan de zwijgplicht: ‘[...] 1e nooit aan iemand iets over mijn bewerking van Goris m.s. mede te deelen. 2e nooit met de drukproeven de kopij aan Goris te zenden, altijd de drukproeven alléén. Het is n.l. soms wat pijnlijk als hij ziet hoe hij zat te knoeien. [...] Je zult zien dat mijn veranderingen, welke mij veel hoofdbreken kosten zich tot enkele punten beperken 1 het verkorten van te lange zinnen, het herschikken van een verkeerde zinsorde 2 het zoeken van synoniemen waar G. aldoor hetzelfde woord herhaalt 3 het inperken van het gebruik van vreemde woorden, | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| |||||||||||||||||||||||||||||
dat bij hem zóó ver gaat, dat hij voor de gemiddelde Nederlandsche lezers onverstaanbaar wordt. 4 Het verduidelijken van zijn bedoeling waar hij onduidelijk is. 5 Het losser en lichter maken van de volzin door de bijzin te verkorten.’Ga naar eind28 Greshoff besefte dat de redactie van Gijsens teksten een zeer delicate zaak was. Toen voormalig Manteau-redacteur Jeroen Brouwers in de jaren zeventig de omertà doorbrak en onthulde dat de meeste Vlaamse boeken - ook die van Gijsen - werden herschreven door Nederlanders, ontstond er flink wat deining in het Vlaamse literaire leven.Ga naar eind29 Gijsen noemde Brouwers ‘crapuul’ en wilde van zijn onthullingen niets weten: ‘Hij [Jeroen Brouwers] zegt onder meer dat Greshoff mijn teksten zou verbeterd hebben. Greshoff heeft daar geen hand naar uitgestoken.’Ga naar eind30 Deze geschiedenis doet vermoeden dat de oorspronkelijke kopij - die dus al jarenlang zoek is - in grote mate afwijkt van de gepubliceerde versies.
Marnix Gijsen heeft nochtans de ambitie gehad de standaardtaal te hanteren en dialect achterwege te laten. Zo houdt hij bij zijn definitieve terugkeer naar Vlaanderen in 1964 een toespraak voor de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taalen Letterkunde te Gent, waarin hij betreurt ‘dat het eczeem van het dialect nog altijd onze taal aanvreet [...]. Deze melaatsheid van onze taal is een schande, en ik meen dat het ons aller plicht is, een uiterste inspanning te doen om deze vlek uit het Vlaamse Israël te verwijderen. [...] Taalkundig dragen we nog steeds hardnekkig vuil ondergoed.’Ga naar eind31 | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| |||||||||||||||||||||||||||||
TekstweergaveVoor deze leeseditie van Klaaglied om Agnes is de zestiende druk uit 1977 als basistekst gekozen. Het is de laatste druk die Marnix Gijsen heeft kunnen autoriseren. Alle latere drukken zijn identiek aan de zestiende druk. | |||||||||||||||||||||||||||||
SpellingGijsen heeft Klaaglied om Agnes naar alle waarschijnlijkheid geschreven in de oude spelling van De Vries en Te Winkel of in een spelling die slechts gedeeltelijk tegemoetkwam aan de spellinghervorming van 1947. Op 14 september 1951 schrijft Marnix Gijsen aan A.A.M. Stols: ‘Gisteren ontving ik de proeven van het boek en, zeer tot mijn ontsteltenis, moest ik vaststellen van de tekst in die verdomde moderne spelling is omgezet. Ik ben er helemaal niet mee akkoord dat U mij zo voor een “fait accompli” stelt en ik wensch dan ook nadrukkelijk dat er in het boek melding gemaakt wordt van dit feit [...].’Ga naar eind32 Stols vraagt Greshoff op 19 september om Gijsen duidelijk te maken dat het gebruik van de spelling van Marchant nodig is. ‘[...] Waarom zou hij anders niet de spelling van Siegenbeek of van Hooft nemen? En wat doet het beeld er tenslotte toe? [...] Voor ons (in de uitgeverij) is de nieuwe spelling geen probleem, maar een eis. Probeer hem (die te lang weg is om alles daarover gevolgd te hebben) van mijn goed recht te overtuigen. [...]’Ga naar eind33 In de eerste druk (1951) staat een noot van de uitgever: ‘Deze tekst is door de uitgever om redenen van nuttigheid in de nieuwe spelling gezet.’ | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Voor deze nieuwe uitgave van Klaaglied om Agnes is de tekst zo consequent mogelijk aangepast aan de nieuwste spelling. Bij het herspellen van de oorspronkelijke kopij voor de eerste druk van Klaaglied om Agnes heeft men de oude en/of foutieve spelling volledig vervangen.Ga naar eind34 Bij deze zesentwintigste druk zijn, voor zover nodig, aardrijkskundige namen, de tussen-n, het aaneenschrijven, de k/c-kwestie, enzovoorts, aangepast volgens de regels van de spelling van 1995. | |||||||||||||||||||||||||||||
CorrectiesIn de tekst van deze uitgave is een aantal correcties aangebracht. Dit gebeurde na een woord-voor-woordvergelijking van de eerste druk (1951) en de zestiende druk (1977) van Klaaglied om Agnes, en mede op grond van steekproeven in de negende druk (1959) en dertiende druk (1970). Als norm is hierbij het vergroten van de leesbaarheid gehanteerd. Bij de negende, dertiende en zestiende druk van Klaaglied om Agnes zijn er, behalve eerder vermelde wijzigingen, enkele tientallen kleine tekstingrepen doorgevoerd, die voornamelijk woordkeuze en interpunctie hebben gemoderniseerd. Niettemin zijn er zetfouten, syntactische onduidelijkheden en lexicale afwijkingen blijven staan en zijn er fouten bijgekomen door het intikken van het nieuwe zetsel, die in deze editie met de nodige terughoudendheid wel zijn gecorrigeerd. Inconsequent gespelde titels zijn geüniformeerd, maar fouten die systematiek vertonen zijn gehandhaafd. In alle drukken worden aanhalingstekens en cursief inconsequent gebruikt. Samen met de soms zeer creatieve inter- | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| |||||||||||||||||||||||||||||
punctie van Gijsen is dit alles zoveel mogelijk intact gelaten. Diakritische tekens zijn aangepast aan de hedendaagse norm.
Hieronder volgt een opgave van de correcties die ten opzichte van de zestiende druk zijn aangebracht. Na het paginacijfer en het regelnummer wordt eerst de verbeterde versie gegeven; na de · volgt de oorspronkelijke versie.Ga naar eind35
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||||
De eerste druk van Klaaglied om Agnes werd in 1951 gezet uit de Lutetia (in lood), het eerste lettertype dat Jan van Krimpen in 1923/'24 ontwierp. Lutetia is als ontwerp achterhaald door Van Krimpens latere lettertypen. In 1938 kreeg Jan van Krimpen de opdracht van de in Haarlem gevestigde Vereeniging voor Druk- en Boekkunst voor het maken van een lettertype voor de nieuw te verschijnen Statenbijbel. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de productie van deze letter nooit voltooid. Bij de huidige digitale productie van de dtl Haarlemmer ging Frank E. Blokland uit van de originele ontwerptekeningen van Jan van Krimpen. De huidige Haarlemmer is een interpretatie van het door Jan van Krimpen ontwikkelde concept. Deze zesentwintigste druk werd in 1999, op aanwijzingen van Tessa van der Waals en Suzan Beijer, digitaal gezet uit de dtl Haarlemmer. Het omslagontwerp is van Tessa van der Waals. |
|