Een nieu gheestelijck lietboecxken, twelck noch noyt in druck gheweest en is wt den Ouden ende Nieuwen Testament ghemaeckt
(voor 1592)–Soetken Gerijts– Auteursrechtvrij
[pagina 268]
| |
NEempt my wat sotheyts af int goede,
Ick wil beginnen een nieuwe liet
Voor ionghe maetges wilt dit beuroeden,
Na haer verstant so spreeck ick siet.
Ga naar margenoot+ 2 Sy moeten onderdanich wesen
Ghehoorsaem zijn tot al der tijt
Als wy van Isaac en meer ander lesen
Waer vintmen haer broot droncken gecrijt
3 Willen si niet in die helle varen
So moeten sy vresen Godt alleen
Ghehoorsaem zijn en leeren garen
Ende niet rabauwen op die roosteen.
Ga naar margenoot+ 4 Sijn eenigen soon ginck Tobias leeren
Vroech doen hy noch was een kint
Hy leerde hem die vrese des Heeren
Ghy ouders dit toch wel versint.
5 Ghy kinderen laet v onderwijsen
Want een vroom kint zijn vader verblijt
Sijn moeder vertroost het is te prijsen,
Ghy ionghe maetges wie dat ghy zijt.
6 Oorlof hier mee wil ick het laten,
Die heer laet v op wassen ghelijck
In zijnder vrese wilt dit vaten
Of hy haele v vroech al in zijn rijck.
|
|