Een nieu gheestelijck liedt-boecxken
(1621)–Vrou Gerrits– AuteursrechtvrijNa de wyse: Ick heb ghesien den tijt.
Ga naar margenoot+HEt scheyden is na by
Seer gheliefde vriendinne,
Daerom soo moet ick dy
Noch wat schencken uyt minne,
| |
[pagina 109]
| |
Laet ons met hert en sinnenGa naar margenoot+
Staen na volmaeckte deught,
Om in Gods Rijcke binnen
Namaels te zijn verheught.Ga naar margenoot+
Met hert, sin en ghemoet
Laet ons doch hier na haken,
Al valt het teghenspoet
Door qua buyen en kaken,
Laet ons bidden en waken,
Om niet worden verrast,
Dat wy niet quijt en raken,
Ancker, roer, tou, seyl, mast.
Al om te varen voortGa naar margenoot+
Door golven ende baren,
Moet men met goet accoort
Dit tuych seer wel bewaren,
En oock niet dra vervarenGa naar margenoot+
Al koomer stormen groot,
Als een Bootsman ervaren,
Betrout op u Piloot.
Want hy ons in der nootGa naar margenoot+
Kan bevryen van sneven,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 110]
| |
Soo wy ons naeckt en bloot
Ga naar margenoot+Vrywilligh overgheven,
En hem alleen aenkleven
Ga naar margenoot+Die ons ghekocht heeft duer,
Men mach hem selfs niet leven,
Dit valt mijn vleysch seer suer.
Hier over had ick wel
Te suchten en te klaghen,
Ga naar margenoot+Want mijn vleysch seer rebel
Gaet my soo dickwils plaghen,
Den gheest wilt niet verdraghen,
Dus hoef ick in den strijdt
Te wesen alle daghen,
Adieu, schelt my nu quijt.
|
|