Jeugdbrieven

[p. 1]

[1842]

[13 november 1842]

Gem. Archief Delft 33

Aan de gouverante der Fam. v. Maanen,

Barneveld 13 November 1842.

Lieve Juf!

Volgens mijne belofte, om u ten spoedigste eens te schrijven wil ik ook nu de pen eens opvatten en u eens vertellen hoe 't ons gaat. Het is van daag op den Briellard, bijzonder stil, zooals gij licht begrijpen kunt want de drukste van de heele familie zijn uit, dat is te zeggen diegene welke het meeste leven in huis maakte door schoppe maaie te spelen en te vechten. Mijnheer is op 't oogenblik uit; zoodat ik op 't oogenblik met Mevrouw alleen in 't kamertje zit en we erover spreken wat u wel doen zou; het weer is allerakeligst, niet koud maar nat, en van nacht blijf ik op den Briellard logeeren en slaap op uw kamer in 't bed van Toos. Mevrouw is van morgen heel ongerust geworden toen ik haar zeide, dat Jet en Net bij Mevr. v.B. waren uitgevraagd want Moetje zei dat gij er slechts ter loops van gesproken hadt en het haar verder geheel door 't hoofd was gegaan; maar in elk geval was het toch geen weer voor haar geweest en dan ook Jeanette is nog nooit geheel alleen uitgeweest, zoodat de kinderen beide te huis zijn gebleven en ik op mij genomen heb, het bij Mevr. van B. weer goed te maken. Ik heb daar op 't oogenblik uw hond eens duchtig afgerost; want hij was schrikkelijk ondeugend; als U er bij geweest was, had ik zeker een pak slaag van U gekregen, zoodat 't gelukkig is dat U op 't oogenblik te Amsterdam zit.

Mijnheer (hier verhaal ik U het negende wonder, want 't paleis van Amsterdam is 't achtste) ja Mijnheer zelf heeft

[p. 2]

van morgen het geduld gehad om bij Ds.h, een vijfkwartierige preek aan te horen!- De oude Heer S. is van morgen weer in de kerk geweest en Gilles C. ook die nog al stil gezeten heeft. U moet de complimenten hebben van Moes, van Mijnheer, van Juffr. M. en van Piet, Jet en Net.

Verder weet ik u niets meer te schrijven, dan dat wij allen zeer welvarende zijn en hopen spoedig van u 'tzelfde te vernemen.

Na vele groeten noem ik mij

Uw liefhebbenden

Peter

PS. Mr. N zal u wel nader schrijven

N.B. Het kind van W is dood.

PS. Juffrouw D is weer heel en al beter

N.B. Piet B heeft Mr van M in de kerk van morgen verschrikkelijk gehinderd.

PS. Gerritje Pl en Gijsje P. zijn kapot

De eerw. H. heeft er van morgen over gesproken

NB. Mijnheer heeft van morgen bij Mr de B de twee juffrouwen de V. ontmoet, tegen welke hij Mevrouw gezegd heeft, par meprise a cause van hare dikte.