Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 227]
| |
Bijlage IV Brief van A.J. Ehnle aan A.C. KrusemanDatum: 27 november 1854 ubl
WelEdele Heer!
Ik heb Uwe pas uitgekomen Aurora gezien, en zag daarin met eenige bevreemding mijn naam onder het portretjeGa naar eind1. van den Hr. Genestet, hetwelk door den Heer TaurelGa naar eind2. zoo fraai gegraveerd is naar eene fotographie. Ofschoon ik nu het mislukken mijner teekening alles wat mij mogelijk was gedaan heb om die photographie in orde te maken, zoo was toch mijne meening nooit geweest om mijn naam daartoe te leenen. Maar de zaak ligt er nu toe, en ik wil er nu het beste maar van hopen. Als de recencenten er nu maar hun wijsheid niet over uitkramen, en zich uitsloven om de gebreken er van te raden, dan is het nog niets, anders zou het mij hoogst onaangenaam zijn, om onverdiend gehekeld te worden, ten zij dat de onmagt van een kunstenaar om binnen een betrekkelijk bepaalde tijd, in weerwil van verschillende hinderlijke omstandigheden een goed portret te maken, een strafschuldige zaak is. Ik ben zoo vrij hierbij eene nota in te sluiten: niet voor de mislukte teekening, maar voor het werk en zorg aan de photographie besteed, over welk bedrag ik zoo vrij zal zijn om tegen de helft van de volgende maand December te disponeeren.
Nota voor den WelEdelen Heer A.C. Kruseman
Adres: WelEdelen Heer A.C. Kruseman
|