Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 248 Aan E. PotgieterDatum: [eind november 1860]Ga naar eind* uba
Hooggeachte Vriend,
Vergun mij Ú - allereerst, - dit boekskeGa naar eind1. (twee voor eén) aan te bieden als een klein bewijs, hoezeer ik meen, wat ik hierboven schreef. Stelde ik een opdracht, dan zou ik er van zeggen: het koomt Ú toe, want het is een nederige dichtvrucht, gerijpt - of ze maar rijper ware! - onder den invloed van Uw bezielenden geest, waaraan ik - gelijk velen - zoo zeer veel te danken heb! Mocht Gij er een weinig aan Úw spirit en Uw kernachtigheid in wedervinden - ... Doch ik schrijf geen opdracht - en denk maar liever zoo veel te meer aan al 't goede dat ik Uw ‘geistvollen’ omgang verschuldigd ben. Wat hebben we ons Vrijdag-avond bij U geamuseerd en plus que ça! Maar ik ben weer te laat naar bed gegaan - of liever ik heb niets geslapen! Ik koom morgen of overmorgen voor mijn present-exemplaartjen wel zelf een ‘handdruk’ - meér begeer ik niet tot bedankjen halen - als ik eenigzins kan. Hartelijk wensch ik dat ‘Tante’ in dit boekske ook nog een en ander zal vinden dat Haar niet al te hard doe oordeelen over den armen... spotter, die toch heus! niet spot. Geloof mij, met U bekende gevoelens, steeds
Uw liefhebbende P.A. de Genestet. vh. vliegend Woensdag-avond.
Adres: Weledelgeboren Heer E.J. Potgieter ZWEd. |