Nagelaten brieven

Brief no. 223 Aan A.C. Kruseman

Datum: 7 augustus 1860

ubl

Waarde Vriend,

Thuiskomende van Amst. vind ik Uw briefjen, dat ik aanstonds beandwoorden wil, in de hope, dat nevengaand krabbeltjen van mijn onervaren hand U nog bereikte vóor Uw vertrek. Gij ziet er uit dat de palm een andere moet zijn dan die van Rochussen. Voorts het Harpjen kleiner. Het snuifdoosjen moet meer

[p. 183]

domineeren. Ik kon het niet goed teekenen. Mijn ‘palm des vredes’ zal ook wel niet deugen - doch t'is maar om t'idee. Laat de Heere Rochussen zijn fantazie volgen en 't zal wel aardig worden! Wat dunkt U van 't Steekjen?^1. Dezer dagen schrijf ik Tiele over den Christelijken en zal zelf ook beginnen daarvoor wat uit te voeren.

Wat is Schimmels Mary Hollis^2. een boeiend en mooi boek. Ik deed de laatste dagen niets dan achteréén de drie deelen uitlezen! Zeg het Uw Vrouw! In de volgende week hope ik U eens rustig te zien. Wilt ge men ƒ 25, - het velletjen voor de Leekedichtjens geven en 25 presentexemplaartjens -? over de inrichting van de slotdichtjens (het laatste vel - staat er boven) moet ik U nog eens raadplegen. Veel genoegen op 't Muziekfeest^3. en mooi-weer!

Mijne vriendelijke groeten aan de Uwe - en een handdruk voor U - Adio.

Uw liefh. P.A. de G.

Bloemendaal, Dinsdag-avond
7 Aug. 1860 - vliegend.

1. Toga en steek vormden het ambtstenu van de predikant. Zie: ‘Een steek als leek’. Leekedicht van J. van Vloten op De Genestet's ‘Dageraad’ 1861, p. 354.

2. H.J. Schimmel's roman Mary Hollis (1860).

3. Volgens Het Handelsblad de dato 6 augustus 1860, rubriek ‘Binnenland’ vierde het Genootschap ‘Oefening baart Kunst’ zijn zesde jaarfeest op zaterdag, 4 augustus in lokaal ‘Vliedzorg’ te Haarlem.