Nagelaten brieven

[p. 158]

Brief no. 192 Aan G.J. de Clercq

Datum: [zonder datum, maar vóór 8 oktober] 1859^*

uba

Vrijdag-avond

Lieve Vriend

Ik moet Zondag te Amersfoort preêken - en reeds van morgen weg.

Dit lijkt mij volstrekt niet in de warmte, en nog minder omdat mijn Jetjen steeds zwak blijft, en ik haar niet graag lang verlaat. Verl. week heb ik de hulp van Dr. Starck ook ingeroepen. Zij gebruikt thans massaas tot versterking - Gisteren en heden gaat het beter. Ik heb dagen van ernstige bekommering gehad en nog - voor de toekomst! Ons kindjen is al sedert vier weken [vijf - doorgehaald] van de borst. Zijn moeder zou bezweken zijn als 't langer geduurd had. Trots de verdrukking gaat [het] hem nu nog al goed. - Wij kunnen U en Uw lieve Anna van wege dit alles nu ook Zondag niet wachten, maar wees verzekerd dat wij het plan Uwer vriendschap op hoogen prijs stellen. Ik hoop U aanst. week eens nader te komen vertellen hoe 't hier gaat en ging. bijv. Woensdag neen - Donderdag middag als gij niets nader van mij hoort Zegge Donderdag middag half vijf. Blijft het wel gaan - dan kom ik eten. Geef Anna een hand en uw kind een kus voor mij. Ontfang vele groeten van Jetjen - mijn zwakke, lieve - en geloof mij

Uw zeer liefh.

P.A. de G.

onder mijn preêk -

* Deze brief moet vóór 8 october geschreven zijn, want op die datum wordt in het gezin De Clercq een zoon geboren. Hier is alleen sprake van Marguérite Carolina.