Nagelaten brieven

Brief no. 190 Aan C.P. Tiele

Datum: 6 oktober 1859

ubl

Mijn waarde Vriend,

Ik heb aan mijn Kerkeraad geschreven - dat ge aanst. Zondag voormiddag voor mij zoudt preêken. Ontfang mijn innige dank voor Uw broederlijke hulpvaardigheid.

De vorige week was heel treurig: het gaat nu weêr iets beter, met mijn lieve

[p. 157]

zieke. Zij heeft geen hinder van benaauwdheid en is opgewekter. Doch, helaas, de langzame sloping gaat nog steeds voort! Ik las met sympathie Uw opstel^1.: Wat blijft en wat niet! - Van de vaersjens van de Veer heb ik nog iets gebruikt; niet veel. Ik moet nog een vaersjen schrijven bij een plaatjen (Past and Future) en dan zijn wij er! We zullen ‘vroeg’ zijn. Weet ge dat Huet en Ina nog een kleine bijdrage hebben gegeven? Groet de Uwe en geloof mij, met veel liefde,

Uw P.A. de G.

Amsterdam
6 Oct. 59

Adres: Weleerwaarde Heer C.P. Tiele,
Lombardstraat
Rotterdam.

1. Het opstel ‘Wat blijft en wat niet’ in Chr. Volksalmanak 1860, 33-51.