Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 119]
| |
Brief no. 141 Aan C.P. TieleDatum: 29 maart 1858 ubl
Caro mio,
Hierbij gaat een stukjen (en een briefjen) van kollega Rogge - daar ik eens met U over raadplegen moet. Bij ‘'t stukjen’ zou een plaatjen komen voorstellende kasteel TonningenGa naar eind1.. Dat heb ik hem beloofd als ‘het stukjen’ voldeed aan onze eischen. Uit het briefjen zult gij merken, dat ik reeds met hem gekorrespondeerd had - over die eischen eer ik het opstel ontfing. Zeg Gij mij nu eens hoe Gij deze bladzijden vindt - en of wij ze zullen opnemen in onzen Christelijken - ja of neen? Ik vind ze nog al droog. In geval echter dat Gij ze bruikbaar vind - zend ze dan aan den auteur ter herinnering terug en schrijf hem dat wij ze drukken zullen - en spoedig de teekening wachten voor 't plaatjen - anders oordeelend - (deze konstructie is zeer nieuw) neem ik op mij onzen vriend te berichten, dat wij stukjes in deze vorm niet stallen. 't Gaat mij nog al goed en de mijnen zijn heel wel. Ik heb het sinds eenigen tijd weer wat heel druk - gisteren Bevestiging - Vrijdag avondmaal - en hoop maar dat het mij niet op zal breken. Ik voed mij steeds met staal. Doch ik gebruik ook wel andere dingen. Na Paschen koom ik eens te Rott. - ook om met U te konfereeren over ons BoekjenGa naar eind2.. Groet de Uwe. Andwoord mij binnen een dag of wat - en geloof mij
Uw oprecht liefh. P.A. de G. Delft 29 Maart 58
|