Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 86]
| |
Brief no. 101 Aan S.J. van den BerghDatum: 4 juni 1856 uba
Bloemendaal 4 Juny 56.
Mijn waarde Vriend,
Ik ben hier een dag of vier en ontfang zoo even Uw brief, die mijne vrouw mij opzendt. Laat mij U ten eerste andwoorden, dat ik bezig ben aan 't vaers - doch niet beloofd heb - wat ik ook niet zou kunnen belooven - 1 Juny gereed te zijn, maar wel, mijn best te zullen doen in Juny het stukjen te voleinden. Ten tweede is het noodig dat ik U, ter mijner verontschuldiging meêdeele, dat ik gantsch niet fiksch ben geweest - sinds ik U het laatst zag. Langdurige hoofdpijnen folterden mij week in, week uit. Mijn gestel is niet bestand tegen het zittende leven, vol inspanning, dat ik leide - ten minste niet op den duur. Ik doe mijn best spoedig eens bij U in den Haag te komen - om U te overtuigen hoe ik voor U bezig ben. Maar nu het portret van ter HaarGa naar eind1. in de Aurora koomt, moest ge ook maar met een vaers van hem beginnen. Aanst. week zult ge mij wel eens zien denk ik. Groet de Uwen en wees verzekerd dat ik met al mijn kracht tracht te vervullen, wat ik U beloofd heb. vliegend. Uw P.A. de G. |
|