Brief no. 65 Aan G.J. de Clerq
Datum: 20 november 1854
uba
Beste Gideon,
Bar was de teleurstelling, die Uw briefjen - Uw tweede mij bereidde, even bar, als de vreugde groot was bij Uw eerste. Vergeeflijk was het, ja verstandig dat Gij niet met dien nachttrein kwaamt, bij deze koude - uit de warme veeren, daar de Liefde op huppelt ‘noode’ U wekkende. Dat had ik je zelf haaast af willen raden, zoo 'k tijd had kunnen vinden. Maar ging er dan geen trein uit Rotterdam om 10 uur; om éven voor 12? Had de kraamvrouw zich geen fête er van gemaakt U en Anna te zien? Denkt gij dat ik naar U verlang, iets minder dan schreeuwend? En weet gij wel dat gij het toneeltje gemist hebt van een rijkgezegende kraamkamer? Want na weken tobbens - mijn Jetjen was gantsch niet fiksch vóór haar bevalling - Zegent ons God bovenmate! Veel zou ik U vertellen van de beste moeder en - 't heerlijke kind - maar ik kom bij U. Donderdag, D.V. kome ik eten. Per trein van 11 of 2 kome ik in Rotterdam, daar ik t'een en ander te doen heb (niets bijzonders - want ik heb het al een jaar uitgesteld! Maar ik moet U zien.) In elk geval - zodra ik er ben, rijd ik eventjes aan bij U. Maar ik moet weten precies waar gij woont. Schrijf me daar een nota van. Geef Anna twee handen van mij en een kus van de vrouw.