Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 47 Aan J. van VlotenDatum: 20 maart 1854 abd
Delft 20 Maart 1854 Beste Vriend,
Gij zult U wel hebben verwonderd over mijn zwijgen - maar Uw vriendelijk briefjen is mij eerst 8 dagen na zijn datum in handen gekomen daar ik uit stad - Amsterdam ben geweest en 't briefjen - zoek - te lang om te vertellen. Ik zal dan in 'sHemels naam, vrede hebben met mijn portretGa naar eind1.: schoon ik zeer vurig had gewenscht, dat ik gespaard ware gebleven, nog een poosjen. Maar ik begin te verstaan, dat ik als tusschen twee vuren zit. Van de eene zijde: Mijn vrouw vindt het naar, vele der mijne vinden het naar, ik zelf vinde het gantsch niet pleizierig want in mijn tegenwoordige levensperiode neurie ik, zoo ‘für mich hin’ Laat mij met vrede
Laat mij met rust,
Zoo is mijn bede,
Zoo is mijn lust -
Maak, om mijn naam heen -
- zing ik en zucht -
Maak mij, O Faam geen
| |
[pagina 41]
| |
Burengerucht!
'k Wil niet geprezen,
Ijdel gezind;
Stil laat mij wezen,
Stil en bemind, enz.
Maar aan de andere zijde: Ik begrijp heel goed (vergeef mijn oprechtheid, vriend) dat gij-zelf; - hoe veel ge ook van mij houdt; - en andere vele, mijn voortdurend weigeren om te doen naar de coutume in de dichteren- republiek, zouden gaan toeschrijven aan kwasterigheid, aan pedanterie, aan een zucht, om bijzonder te willen zijn - aan hoogmoed die zich met een kleed (niets meer dan een kleed) van ootmoed bedekt - en daarom, ná geweigerd te hebben zoolang ik kon, heb ik besloten op Uw aanhoudend vriendelijk dringen, te doen wat iedereen doet en mij uit te laten teekenen en kalmpjes al de aanmerkingen aan te hooren, die men wel zal believen te maken op mijn gezicht. Heb vrede, met deze ronde en dwaze speech. Ik zeg 't zoo als ik 't meen. En nu secundo, de recensie! Ik schrijf juist zoo op 't oogenblik aan v.S. over het boek. De Schrijver zelf had mij gevraagd er diens opinie eens over te hooren en v.V. wederom schreef er mij over. Voorts heb ik in Amst. er ook nog eerst met den een en ander over willen spreken. Zoodra ik nu een vrije dag heb zet ik mij tot schrijven. Doch waarschijnlijk kome ik er van de week ook nog eens met U over redeneren, als de bezigheden het toelaten. Tegen Mei is waarlijk toch vroeg genoeg. Het boek verscheen in february! Vele groeten aan Uw vrouw gehanddrukt van Oprecht den Uwen P.A. de Génestet |
|