Nagelaten brieven

Brief no. 28 Aan G.J. de Clercq

Datum: [voorjaar 1853]^*

uba

Beste Gideon,

Gij zoudt nu haast kunnen denken dat ik ook te lui was om kleine briefjens te schrijven; toch is het zoo niet. t'Is maar bij toeval dat ik U gisteren een boodschap zond, die te met onduidelijk was. Hoor eens; van avond komt waar-

* Volgens noot 2 zou deze brief voorjaar 1853 gedateerd moeten worden.

[p. 26]

schijnlijk Jet Diest en nu vond mijn Jet beter, dat Gij kwaamt eten en s'avonds met mij terugkeerdet om te soepeeren of niet, al naar Uw liefhebberij, dan dat Gij weêr als het ware s'avonds samen met Jet D. zoudt geïnviteerd schijnen. Ziedaar de ingewikkelde, oorspronkelijke reden van de eenvoudige vraag: ‘Heb je lust - kom dan een partijtjen eten!’

Gisteren avond moest ik met Henriette op soirée bij vdHoeven^1. (wij hebben ons vrijwel geamuseerd) en toen had ik wat lang gewacht met mijn toilet te maken, zoodat het rijtuig al voor stond, toen ik U nog een briefjen moest schrijven. Dus is het er bij ingeschoten. Doe nu van avond zoo als gij wilt. Gij weet dat Gij met open armen ontfangen zult worden. Ik dacht wel dat Gij van middag ‘kleine familiedag’ hadt - zoodat voor mij de teleurstelling minder groot is dan voor Henriette, die het niet geloofde, schoon ik het zeî. Toen ik van morgen Uw episteltjen ontfing was ik - dank zij 't feest van gisteren avond! - nog bezig met mij in mijn ochtend kostuum te hullen. Gij moet een vaersjen voor mij maken voor een klein bundeltjen dat uitgegeven zal worden, om een Bewaarschool te Boskoop^2. op te kunnen richten. Laat Uw geest getuigen o jeugdige vriend! Zonder gekheid; ik zal U niet met vrede laten eer gij mijn wensch hebt vervuld. Denk niet dat men op deze bedorven waereld vaerzen kan schrijven ‘voor niemendal’. Zoolang je daar nog geen maleur om gehad hebt - is je dichterlijk lot niet en règle. Ontfang den hartelijksten aller geestelijke handdrukken! Tot ziens! Van avond hé? Yes!

Yours

P.

in haast.

1. Soirée waarschijnlijk te Delft bij C. des Amorie van der Hoeven (1831-1860), ambtenaar bij het Departement van Buitenlandse Zaken. Vgl. gedicht ‘Ver van huis’, Complete Gedichten, 1912, p. 248.

2. Gedichten van S.J. van den Bergh, J. Brester Az., P.A. de Genestet, ten behoeve eener bewaarschool op te richten te Boskoop. Amsterdam, juni 1853 (uitgever J.S. Loman).