Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
Brief no. 20 Aan G.J. de ClercqDatum: 17 januari 1853 uba
Delft 17 Jan. 1853
Beste Gideon, Uw brief zoo droefgeestig begonnen - zoo kalm en in liefelijke stemming geeindigd, heeft mij èn gesticht èn verheugd. Hij had wel iets van mijn text op Oudejaars-avond, dien Gij er tot motto bóven had kunnen stellen: Wat buigt Gij U neder O mijne zieleGa naar eind1. etc.? Dat heet ik ‘doorleven van een Bijbelwoord’. Zulke uren, hoe melankoliek soms, zijn toch goede uren. Wij komen er verder meê in gelóven en hópen. Daar hebt Gij de ondervinding van, dunkt mij. Ik druk U de hand voor dát schrijven, nog - zoo het kan - ietwat inniger dan anders en zegge: Broeder, 't hoofd omhoog en het hart naar bovenGa naar eind2.: God onze Vader verhoore de gebeden eens geloofs! Ik heb moeielijke - maar heerlijke dagen gehad, sinds wij elkander zagen. Onze avondmaalsviering gisteren was een plechtig en liefelijk feest. Ik had er zeer tegen opgezien - daarom heb ik te beter kunnen bidden om kracht - en - mag ik denken, ook zooveel meer kalmte en vrede ontfangen. Toch zat ik Vrijdag met erge kiespijn, die Zaturdag niet beter was, zoodat ik mijn kiezen niet op elkander kon zetten! Zondag morgen bediende ik het Avondmaal met een ruim en gelukkig hart (nogtans met een dikke wang, die mij ook heden het uitgaan verbood). Ik heb mijn Huisbezoek overal maar terstond ingesteld - en er ook - op twee uitzonderingen na - bepaald Huisbezoek van gemaakt. Bij de armen was het mij het liefst en het lichtst. Mijn gantsche gemeente - op eén Stumper na, dien ik er niet toe heb kunnen krijgen, - met verscheiden Gereformeerden, was opgekomen. Het is mij een heerlijk gevoel velen tot stichtinge en zegen, te hebben mogen spreken, met Gods hulpe. Ik kende de behoeften van mijne kleine kudde - en dat is het ware maar. Voor de tafel waaraan mijn best Vrouwtjen en Dina en onze goede Vriendin PijnappelGa naar eind3. - die eerlang haar tweeden verwacht - vereend waren had ik tot Nachtmaalszegen: Vrede geve ik U. Mijnen Vrede late ik U. Niet gelijk de waereld dien geeft, geve ik U hemGa naar eind4.. Ik had U - en de Uwe wel bij ons gewenscht. Daar zijn oogenblikken in 't leven dat men alle menschen wezentlijk lief heeft - maar dat men zich onuitsprekelijk verbonden gevoelt aan die men, anders, ook lief heeft. Kom zoo Gij lust hebt, aanst. Maandag, bij leven en vrijheid? Ons zijt gij altijd van harte welkom. Huis, hart, tafel, bed etc. kaerel, alles staat voor U open, hier, dat weet Gij. En voorts herinnert U, wat ik met U afsprak. van VlotenGa naar eind5. vond ik wel amusant en vooral - joviaal, hartelijk. 'k Liet Hem veel vertellen van Zijn reizen, Van de Tubingers, van StrauszGa naar eind6., etc. Ook had ik boven op mijn kamer nog een diskoers met den ‘zonderlingen filosoof’ Ja wel zonderling. Das kann ja so immer nicht bleiben! Ik moet zeggen dat zijn konversatie over [...] mij meer goed dan kwaad deed - maar toch over het algemeen, al heel vreemd in de ooren klonk. Ik kan er zoo niet in komen, hoe iemand bij zulk een wangeloof het leven houdt, en - zonder iets anders, te willen en te zoeken, er vrede bij heeft. Maar Vrede! Neen, neen, neen, ik geloof er ook niet aan, bij ‘dezulken’. Wat een leelijk Woord! Als hij bij U gedineerd heeft zal hij ook zekerlijk wel verteld hebben, dat hij | |
[pagina 19]
| |
mijn ‘Sint-Niklaas’Ga naar eind7. gelezen heeft en aan GeelGa naar eind8. laten lezen en wil dat ik het ding uitgeef. Ik zal er nog wat meê wachten. Voorts komt hij weerom - om mij te hooren preêken. Zulke hoorders zou ik niet graag velen in de kerk hebben. Dan was ik zelf nog liever hoorder op een ‘Chieken-concert’Ga naar eind9.. Dat kan luisterijk geweest zijn, vokaal en instrumentaal, wat ben je me? Voor Suze vinde ik het droevig dat het aanstaand HoevenaartjenGa naar eind10. zich zoo lang laat wachten! Ook voor Ulieden, Schapen zonder de trouwe Herderin! Herinner Scholten, dat ik hem bij leven en welzijn 1 febr. hier wacht. Ik krijg er nog wel een notaatjen van. Van notaas gesproken: Hebt Gij ook hinder van de NieuwjaarsbeerenGa naar eind11.? 't Schijnt overal hetzelfde. Groet allen, die ons lief zijn. Het woord dat ik heden voor mijn ochtendbeurt op aanst. Zondag, heb gekozen en hope te ontwikkelen, mijner kudde tot stichting, is I Thess. V. vs. 16 Verblijdt U te allen tijd!Ga naar eind12. Dat geve de Heer U en mij, te mogen en te kunnen! (De mijnen, die alle wel varen groeten U)
yours P. Maandag Avond. |
|