Nagelaten brieven
(1976)–P.A. de Génestet– Auteursrechtelijk beschermdBrief no. 13 Aan G.J. de ClercqDatum: 18 september 1852 uba
Brussel 18 Sept. 1852. Zaturdag midd. 2 uur.
Beste Gideon, Het regent. Wij hebben van morgen met een onuitsprekelijk genoegen het Hopital Saint-JeanGa naar eind1. gezien: hoe jammer dat wij er verleden jaar ook niet samen geweest zijn! t'Is waarlijk een monument van 't geen ‘la Charité Chrétienne’ vermag, door de wetenschap en den smaak geleid, en draagt terecht den naam van den Apostel der Liefde! Dit is alles parenthèse. Ik begin er al gaauw meê. Toen we van 't hospitaal verder togen - waar we lang gebleven zijn - begon het te regenen en mijn vrouw (!) Zei: Laten we naar ons hotel trekken, want mijn japon bederft en ik vind het wel zoo aardig dáár mijn kop bouillon te drinken dan - in een café -Neem gij dan Uw glaasjen Madeira en ... en schrijf eens een briefjen aan Gie. Nu zit het lieve kind te borduren. Ik rook een delicieus cigaartjen - kijk haar van tijd tot tijd eens aan - drink bij kleine togen mijn pittige en van ouds geliefde ‘Madeira dry’ en lieve kaerel, denk aan U en schrijf en geniet! Gij ziet dat wij geen aanleg hebben onze vrienden te vergeten. Wij zitten hier zoo knusjens in ons goed Hôtel de l'Univers! delicieuse slaapkamer en salon aan de straat, met sofa en alle comforts! Al wat ‘de Hemel op aarde’ genoemd wordt in wat verliefden zin - dat hebben we, door den zegen van God! Hoe 't vrouwtjen zich houdt - hoe | |
[pagina 11]
| |
ze mij meêvalt - hoe fiksch en vrolijk en kinderlijk prettig ze is - dat kan ik niet brengen ‘onder woorden’. Daar is geen liever trouwer Ziel dan mijn Jetjen ... En wat mij tot nu toe dunkt van 't huwelijksleven? Hoor, mijn beste vriend, dit: de intimiteit van het samenleven geheel en al is heerlijk - maar de intimiteit der zielen, die door al de verliefde genietingen - ontwikkeld en versterkt wordt - zie, dat is een kalme, zalige vreugde, vérhéven boven alle Zinnelijkheid! Dat zeggen we beide iederen dag, iederen avond, als we samen slapen gaan, knielen en bidden. Jetjen ziet er perfekt uit. Ik ook heb mij nimmer zoo quite wel en gezond gevoeld. Schoon tusschenbeide ‘wat zenuwachtig’ en ‘naar’. Sinds verl. Zondag zijn we te Brussel en amuseeren ons delicieus - Schoon het weêr wel wat warmer mocht zijn. We hebben een paar toeren naar buiten gemaakt met groot genot. Waterloo (gloeiend interessant) Costemberg-Sterrebeek. Donderdag hadden we reeds willen gaan - Maar omstandigheden hebben ons hier gekluisterd. Die kluisters zijn echter nog al te dragen. Wij denken morgen verder te gaan en hopen voor onze Rhijnreis op mooi weêr. Nu hebben wij dat minder nodig. Ook was het niet wat men slecht noemt en wij hebben er niets voor behoeven te laten. Hoe beviel U ons bruiloftsfeest? 't was liefelijk, niet waar? Wij vernamen uit brieven van huis dat ook ná ons vertrek, alles wel ging en de gasten zich amuseerden. Die dag zal bij mij altijd de liefste herinneringen achter laten. Ik was kalm-gesterkt en sterk. Het eenige dat mij gehinderd heeft was de ongepaste soep van Mounier - daar ik boos óm was en gij? - Tot 10 ure waren we s'avonds in 't Haagjen op delicieus koele kamers - ten 12 ure den anderen dag, vertrokken wij in open rijtuig naar Rotterdam - zagen onderweg ons huis te Delft, dat de vrouw byzonder beviel - logeerden in het Bad-hotel aan de Boompjes, in een groote kamer met drie enorme bedden en stonden 's morgens ten 3 ure op om ten 4 ure op de Boot naar Antw. te zijn. Verl. Zaturdag avond arriveerden we hier. Op de boot heb ik druk geconverseerd met PétavelGa naar eind2. en zijn zoon. Den laatsten vond ik byzonder intressant en amusant. Ik zal U van die konversatie nog eens veel vertellen - maar nu niet. Ik schrijf U slechts in groote trekken en ‘losse gedachten’. De vrouw is heel geschikt om mede op reis te gaan. Ze kan er tegen en is oneindig veel minder bang dan thuis. Zelfs ben ik gisteren, na 't diné - terwijl ze een dutjen deed - alleen naar het Café Suisse een koerant gaan mogen lezen! Wat zegt ge er van? Zou ik haar niet een mooi kadeau geven voor dien moed? Hadt Gij het ooit gedacht? - Hoe gaarne had ik op onzen trouwdag eer wij vertrokken, nog een half uurtjen met U gesproken! Gideon, welk een Zonne van liefde en zegen is daar voor mij langzamerhand opgegaan uit de graauwe en geheimzinnige wolk van vóór vijf jaren geleden! De Heer heeft alles wel gemaakt. Waarlijk als ik mijn lot herdenk en zoovele dagen overzie, dan zeg ik: Ik heb vertrouwen geleerd en ‘niet bezorgd te zijn tegen den dag van morgen’Ga naar eind3. - dat heeft mijn leven mij gepredikt. Mocht Gij dezelfde ondervindinge maken van de Trouwe van Hem, die onzen gang bestuurt, als wij onze wegen bepeinzen en dikwijls niet weten en vatten van het hoe?; het waarheen? het wanneer? - Dat wenschen en bidden voor U - Uw beste vriend en vriendin van oude dagen, die hopen het nog lange in de toekomst te blijven. Hoe is het verder gegaan met Suze en Anna en StevenGa naar eind4.? Hebt Gij U de dwaze aanmerkingen van de zuster niet wel wat veel aangetrokken? Wij moeten altijd de menschen wat naar hun karakter en positie beoordeelen. Hebt gij gehoord van het kerkboek van mijn Moeder, dat we in het rijtuig, 't welk ons naar 't Raadhuis bracht, op de bank vonden? | |
[pagina 12]
| |
- Ziedaar een proeve van fijn en teder gevoel - die mij onvergetelijk zal blijven, als mijn trouwdag zelf. De beste Suze had er goede woorden bijgeschreven. O hoeveel had ik nog aan zoovelen, dien middag te zeggen gehad - zoo de tijd niet te kort ware geweest - Zoo ik niet te waken hadde gehad over mijn hart en voelde dat ik kalm moest blijven. Ik zie nog Uw groote bruine oogen en voel Uw braven handdruk. t'Is mij een lief idee dat wij nog voor ons vertrek naar Delft nog 14 dagen in Amsterdam bij Mama zullen logeren. Dan is er nog veel [onleesbaar] spreken. Koomt Gij buiten als wij temet een Zondag doorbrengen? 't Zal wel gebeuren. Reken er dus op. Groet Uw Moeder en Anna, GooskenGa naar eind5. en AdriaanGa naar eind6. - Gerrit en al de anderen, ook ScholtenGa naar eind7., niet te vergeten. Antwoord mij - en geef den brief maar aan AntoineGa naar eind8.. Misschien schrijf ik U nog wel eens, want wij zitten tusschenbeiden nog al thuis. Ook schreef ik U bijna niet deze maal van 't geen er al in mijn harte is. Ik heb maar zoo wat gebabbeld. Houd U goed en denk vaak aan mijn lieve vrouw, die U en al de Uwen hartelijk groet en geloof mij - dien Gij weet - tt. P.A. de G.
Adres: Monsieur Gideon de Clercq.
|
|