Dwars door 't leven(1887)–Edmond de Geest– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Voorwoord. Eerste deel. Hoofdstuk I. Eene vriendenontmoeting en hoe zij afliep. Hoofdstuk II. Een aspirant-mensch voor de deur des levens. Hoofdstuk III. De ontwaking na een zwelgpartijtje. Hoofdstuk IV. Mijnheer Alfred op de hoeve van de weduwe De Neef. Hoofdstuk V. Waarin de lezer kennis maakt met notaris Grijpelaar van Zwanenburg en een droef voorval verhaald wordt. Hoofdstuk VI. Hoe het komt dat Hein Claessens. tweemaal achtereen, zijnen trouwhoed moet opzetten. Hoofdstuk VII. Waar de buurvrouwen hun oordeel vellen over den pas geborene en Hein tot het uitvoeren van een ‘gek gedacht’ besluit. Hoofdstuk VIII. Mijnheer Alfred De Neef krijgt de buis omdat een professor het op hem gemunt heeft. Hoofdstuk IX. De voorzegging der heidin. Hoofdstuk X. De voorzegging der heidin krijgt een begin van uitvoering. Hoofdstuk XI. Op reis. Hoofdstuk XII. Hein Claessens ontvangt eenen brief en neemt een gewichtig besluit. Hoofdstuk XIII. Hein Claessens te Roux aangekomen krijgt eenen voorsmaak van zijnen toekomstigen arbeid. Hoofdstuk XIV. Waar Jan-Cies met de familie een toertje maakt in den omtrek en Hein den arbeid aanvat. Hoofdstuk XV. Hoe Alfred, in stede van advokaat, baas uit de ‘Sailor's Home’ wordt. Hoofdstuk XVI. Baas Alfred krijgt een inwoner-kostganger. Hoofdstuk XVII. Alfred's kostganger dreigt een mededinger te worden. Hoofdstuk XVIII. Alfred's kostganger zegepraalt op gansch de lijn. Hoofdstuk XIX. Handelende over huiselijk genoegen en waarin de lezer verneemt, dat Hein Claessens ook nog eene les in het A. B C. boek geleerd heeft. Hoofdstuk XX. De vurigste wensch van vrouw Claessens wordt vervuld, Hoofdstuk XXI. Waarin Alfred De Neef weder op het tapijt komt. Hoofdstuk XXII. Naar Parijs. Hoofdstuk XXIII. Waarin Wantje te Parijs aangekomen, aangaande Alfred zonderlinge dingen verneemt. Hoofdstuk XXIV. De wraak. Hoofdstuk XXV. Waaruit het blijken zou, dat ‘Alfred.’ Kaatje niet gansch en geheel vergeten heeft. Hoofdstuk XXVI. Een terugblik in de geschiedenis. Hoofdstuk XXVII. Richard's politieke stelsels in praktijk. Tweede deel. Hoofdstuk I. Waarin Baas Tronez, als nieuwe acteur, den lezer voorgesteld wordt. Hoofdstuk II. Hein Claessens heeft geen tijd om ziek te zijn. Hoofdstuk III. Eene ramp komt zelden alleen. Hoofdstuk IV. Waarin Jef schier denkt, dat hij zijn tijd met leeren nutteloos verspild heeft. Hoofdstuk V. Waarin Jef bevorderd wordt en Louise op hare beurt werken wil. Hoofdstuk VI. Waaruit blijken zal dat Cupido het hart van Ida Tronez getroffen heeft. Hoofdstuk VII. Dat eenig licht werpt op de oorzaak waarom Jef Claessens Mejuffer Ida Tronez niet bemint. Hoofdstuk VIII. Er staat te Roux iets gewichtigs te gebeuren. Hoofdstuk IX. Hoe het Richard Noirqueur verging na het beleg van Parijs, en ook een woordje over zijne letterkundige onderneming. Hoofdstuk X. Waarin Jan ons over zijnen zoon Karel onderhoudt, en iets verhaalt over een woord, dat hij niet onthouden kan. Hoofdstuk XI. Maakt den lezer met eenige maatschappelijke princiepen van Jef Claessens bekend. Hoofdstuk XII. Een eerste slachtoffer. Hoofdstuk XIII. De misdadiger vervolgd. Hoofdstuk XIV. Mijnheer Lemonnier ondervindt dat men soms oude koeien uit de sloot weet te halen. Hoofdstuk XV. Waarin Dook Jeneverspons zijne menschlievende gevoelens aan den dag legt. Hoofdstuk XVI. Waarin Louises belofte van gehoorzaamheid haar duur komt te staan, en bezadigdheid nogmaals over moedwil zegepraalt. Hoofdstuk XVII. Waarin men ziet hoe de rat in de val kruipt, en het onwederlegbaar bewezen is, dat de hedendaagsche verbeterde vuurpatronen tegen de waterproef bestand zijn. Hoofdstuk XVIII. Rampspoed en zelfopoffering. Hoofdstuk XIX. L'ouverture de Fétablissement de Madame Alice. Hoofdstuk XX. Ida Tronez geeft een gewetensvol verslag en daarbij blijken van goede inborst. Hoofdstuk XXI. De familie Claessens krijgt een bezoek. Hoofdstuk XXII. Het briefje der stervende moeder. Hoofdstuk XXIII. Eene treurige geschiedenis. Hoofdstuk XXIV. Na lijden komt verblijden. Hoofdstuk XXV. Op het kasteel te Heuvelbeek. Hoofdstuk XXVI. De kamer nummer 23 in de Bijloke. Hoofdstuk XXVII. Eene bladzijde uit Kaatjes geschiedenis. Hoofdstuk XXVIII. Waarin de lezer, gelijk gewoonlijk in de romans, alles volgens eigen wensch en genoegen ziet afloopen.