Den geestelycke jacht
(1722)–Johanna de Gavre– Auteursrechtvrij
[pagina 22]
| |
Op de voyse: Bedroefde Magdalen' en wilt niet vreesen.DEn Mensch soeckt hier altijt wat groots te wesen
Te zijn geëert, geacht van die en desen
Te hebben d'overhandt by huns gelijcken
Dat ieder kleyn en groot voor hun souw wijcken.
2. Voor u is hier een ander Wet geschreven
Om niet naer de Natuer maer Gheest te leven,
Ghy jaeght naer jonst en eer der Creatueren,
Denckt wat ghy uytwaerts soeckt, en kan niet dueren.
3. Hoe dat men u verkleynt, oft wilt verstooten,
Werckt mé en wilt u nergens in vergrooten,
Tot alle lief en leet, moet ghy u wagen
Wat mé of tegen is, moght ghy niet klaghen.
| |
[pagina 23]
| |
4. Verliest uw' eygendom, ghy sult my vinden
Die hier sijn selven haet, dat zijn mijn Vrinden,
Versterft u grondigh, om in my te leven
Verlaet dit nedrigh, om in't hooghst te sweven,
5. Ick weet ghy zijt gewoon u self te streelen
Soeckt eer, vermaeckt, gemack ende voordeelen
Houdt al dees eyghentheyt in my verloren,
'K heb u tot hooger eyndt tot my verkoren.
|
|