Nut tyd-verdryv
(1686)–Mattheus Gargon– Auteursrechtvrij
[pagina 120]
| |
[pagina 121]
| |
Als om dat elk het zoekt, of dat het elk versmaad?
Moet ik myn zinnen-keur voor and'ren wraken?
Een ander wraak de syne niet voor my.
Of heeft een ander recht my slaav te maken:
En ik alleen, heb ik myn keur niet vry?
Is niets dan pryzelyk, nog goed, nog kwaad?
Als om dat elk het zoekt, of dat het elk versmaad?
Dat 't grootst gedeelt der menschen vromen waren,
Haar zinnen-keur zoud myn behagen zyn.
Maar nu de bozen zyn de grootste scharen;
Zoud ik de waarheid laten voor den schyn ?
Is niets dan pryzelyk, nog goed, nog kwaad,
Als om dat elk het zoekt, of dat het elk versmaad?
Wat baat het my, dat anderen iets pryzen,
Als het my zelvs, en mynen God mishaagt?
Zal ik door menschen lov onschuld bewyzen,
En maken goed, het quaad, dat my belaagt?
Is niets dan pryzelyk, nog goed, nog kwaad,
Als om dat elk het zoekt, of dat het elk versmaad?
Wat deert het my, dat anderen iets laken?
Als ik voor God heb een gerust gemoed;
En na syn woord myn ziel tragt te vermaken,
Schoon ieder my daarom schopt met den voet.
Gods woord is pryzelyk, schift goed, van kwaad;
En toont wat dient gezogt, en wat 'er dient versmaad,
|
|