'Als het moet, alleen tegen de geheele wereld'. De briefwisseling tussen E. du Perron en Jacques Gans 1933-1936
(2007)–E. du Perron, Jacques Gans– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 73]
| |
38. J. Gans aan E. du Perron: Den Haag, januari 1936Den Haag, Dinsdag 12a van Outhoornstr.
Beste Du Perron, Ik heb je artikelGa naar voetnoot144 bijna in zijn geheel met grimmige instemming gelezen en onmiddellijk na afloop kwam ik tot de overweging, dat wanneer je dit als Sowjet Rus in Sowjet-Rusland geschreven had - het zou stellig niet gedrukt zijn - het je op zijn allerminst 10 jaar verbanning naar Siberië gekost zou hebben, vanwege ‘het onder het mom van gedeeltelijke instemming verholen binnensmokkelen van gevaarlijke aesthetische witgardistische en contra-revolutionaire contrabande’. Ik kan mij best voorstellen, dat CoenenGa naar voetnoot145 dit artikel en het vervolgartikel achterover probeert te drukken, want de stilzwijgende lijn van de fractie van Rusland in Nederland loopt immers van het partijgebouw der C.P.H., Amstel 268 over Jef Last naar Eva RaedtGa naar voetnoot146 naar Coenen. Het intellectueele imperialisme van de Russen grijpt ver! Een van mijn kennissen kreeg een brief in handen van een van de initiatiefnemers van de eveneens Russische ‘Sleutel'’Ga naar voetnoot*Ga naar voetnoot147 aan een andere ‘partijman’, waarin Staat: ‘Ter Braak hebben wij nu ook al als vlag’ Voor Menno zijn artikel schreef vroeg hij aan den man, die hem er om verzocht, of hij en zijn krant van ‘de partij’ was. De man zei ‘neen’ en Menno, niet wetend dat een goed Bolsjewiek mag liegen, geloofde dat. En ‘de partij’ had weer een nieuwe ‘vlag’ geboekt. ‘Pourvu que les autres ne sont pas de tricheurs’Ga naar voetnoot148 schreef Gide eens, toen hij nog niet dupe van de tricheurs was. Vroeger maakte ik me om dit soort dingen kwaad. Die periode is nu voorbij. Tegenwoordig vermaakt het mij, wanneer ik zie dat menschen wier intelligentie en geweten boven iedere twijfel verheven is, door de kleine zakenlieden, die zoo luid schetteren over de nieuwe cultuur, die zij gepacht meenen te hebben, in de luren worden gelegd. | |
[pagina 74]
| |
Er schijnt dus een punt te zijn, waarop de meest scherpzinnige criticus zand in de oogen kan worden gestrooid en waarop de vurige godsdienststrijder diep gelovig wordt. Dat een Van Duinkerken voor de B.K.V.K. (Bolsjewistische Kamer Van Koophandel)Ga naar voetnoot149 optreedt, vind ik prachtig, een ideaal eenheidsfront van oude en nieuwe jezuïten! Helaas, ik ben te oprecht heiden voor dit soort cultureele conferentie onanie. Als er iets opgeknapt moet worden en een of ander fascistisch heer enz. moet verdwijnen, ik ben er voor te vinden en dan niet uit een nuttigheidsoogpunt voor de massa, maar voor mijn particuliere genoegen. En als in een event. nieuwe maatschappij de nieuwe politieagenten me te na aan het lijf komen, of mij de weinige lucht die ik voor het ademen nodig heb, dreigen te verpesten, zal ik precies hetzelfde doen, al zingen de nieuwe politieagenten ook nog zoo hartstochtelijk de ‘Internationale’ in plaats van het Horst Wessel lied en al brullen zij Rood Front in plaats van Heil Hitler of Houzee. Renegaat van de arbeidersklasse! Best! In een periode, waarin deze arbeidersklasse zich door een bureaucratie van gewiekste handelslieden en ‘cultuurpolitici’ voor 't lapje laat houden ben ik trotsch op dit renegaat zijn en betreur ik alleen maar, dat het proletariaat in zijn geheel niet renegaat van zichzelf kan zijn! Maar daarvoor is meer individualisme noodig en niet minder en de stomme trotsch van de russische ezels op hun collectiviteit komt me niet minder erg voor dan de slaaf die zijn ketens likt. In wezen en daar gaat het om is de bureaucratie doodsbang voor het individualisme, de geheele predicatie van Radek tegen Joyce is daar een voorbeeld van en het feit dat Radek van Joyce zoo goed als niets begrepen heeft doet daar niets aan af, integendeel het versterkt dit, want er spreekt de misschien niet eens geheel bewuste afkeer van den middelmatigen politicus voor den kunstenaar uit. Van Gobineau las ik nooit iets, maar je citaten vind ik geweldig. Is er misschien een goedkoope uitgave van, in de Genie du France bijv? Het kan zijn, dat ik misschien wat kort hierboven was, maar ik heb je al zoo veel over deze dingen geschreven, dat ik nu voor alles duidelijk wilde zijn. Wanneer ik over dat congres in Moskou had moeten schrijven, zou ik het de titel gegeven hebben ‘Concert in het knekelhuis’. Met beste groeten,
Gans | |
[pagina 75]
| |
Naar je stuk over Parijs ben ik erg benieuwd, omdat ik denk dat dit nog veel scherper dan dat over Moskou moet zijn. Ik hield deze brief nog even vast, omdat Ter Braak me vertelde, dat je in Holland was. |
|