| |
| |
| |
Tafel der voornaamste behandelde onderwerpen
Door I wordt in deze tafel verzonden naar deel I van de Schets eener Geschiedenis der Vlaamsche Beweging, zijnde deel II van Vlaamsch België sedert 1830;
door II wordt verzonden naar deel II der Schets, zijnde deel III, eerste stuk, van Vlaamsch België sedert 1830;
en door III wordt verzonden naar deel III der Schets, zijnde deel III, tweede stuk, van Vlaamsch België sedert 1830.
| |
De eerste Beginselen van den Vlaamschen Taalstrijd
De verachting der volkstaal na 1830, I, 8. - Blommaert en Willems, I, 12. - De opkomst der volksletterkunde, I, 16. - De voorreden der eerste Vlaamsche boeken na 1830, I. 17. - Het Vlaamsch petitionnement (1840), I, 22. - Eerste regeling der Vlaamsche spelling (1844), I, 27. - De geestelijke toenadering tot Duitschland (1845-1848), I, 31. - De toenadering tot Noord-Nederland (1846-1849), I, 46-50. - Het eerste Nederlandsch Congres te Gent (1849), I, 50-54.
| |
De staatkundige Strijd
Het petitionnement van 1840, I, 22. - Het ‘verraad’ van Conscience (1843), I, 39. - Het ‘Heilig Verbond’ (1845), I, 42. - De ‘Verklaring van grondbeginselen’. (1847), I, 44. - Conscience als candidaat te Antwerpen (1851), I, 59. - Het manifest van het ‘Nederlandsch Kunstverbond’ van Antwerpen (1856), I, 64. - De Commissie der Vlaamsche grieven (1856), I, 66. - Oetker en Vuylsteke (1857), I, 84. - De Baets in de Kamer (1861), I, 72. - Het ‘Vlaamsch Verbond’ (1861), I, 86. - De ‘Nederduitsche Bond’ te Antwerpen (1861), I, 88. - Zegepraal der Meeting te Antwerpen (1862), I, 90. - De ‘Liberale Vlaamsche
| |
| |
Bond’ te Antwerpen (1865), I, 93. - Vuylsteke te Gent, I, 96. - Jan De Laet in de Kamer (1867), I, 101. - de Maere-Limnander in de Kamer (1869), I, 102. - De Fransch-Duitsche oorlog (1870-1871), I, 106. - De eerste taalwet van 1873 en andere volgende (Zie De Vlaamsche Taalwetten). - Het liberaal ministerie (1878), I, 134. - De clericale reactie (1884), I, 172. - De Vigne's verkiezing tot schepen te Gent (1888), I, 248. - De eerste Nederlandsche redevoering van Coremans in de Kamer (1888), I, 252. - De tweedracht onder de liberale Vlamingen (1888), I, 254. - De ‘samenwerking’ van liberalen en clericalen (1889), II, 16. - De anti-Vlaamschgezinde verklaring van Frère-Orban in de Kamer (1890), II, 36. - Nogmaals de ‘samenwerking’ (1890), II, 52. - De Beucker's mislukte candidatuur te Antwerpen (1891), II, 64. - Candidaturen van Delbeke en Rooses te Antwerpen (1892), II, 87. - Onze taal en de herziening der Grondwet (1892), II, 90. - De verbittering tusschen Walen en Vlamingen, II, 95. - Onze taal en het algemeen stemrecht (1892), II, 109. - Vlaamsche eeden in de Kamer (1892), II, 111. - Het Vlaamschspreken in de Kamer (1893), II, 113. - Nogmaals het Vlaamschspreken (1893), II, 122. - Eerste verkiezingen van het algemeen stemrecht (1894), II, 127. - De Vlaamsche eeden in de nieuwe Kamers (1894), II, 129. - Het Vlaamschspreken (1894), II, 130, 134. - Het Vlaamschspreken (1895), II, 137. - De ontwaking van het Vlaamsche volk ter gelegenheid der Gelijkheidswet (1897), II, 203. - De evenredige vertegenwoordiging (1900), II, 258. - Vlaamsche eeden in de nieuwe Kamers (1900), II, 283. - Het Vlaamschspreken (1900), II, 266. - Regeling van 't taalgebruik in de Kamer (1901), II, 272. - Het Vlaamschspreken, II, 274. - De gemeenteverkiezing te Gent (1907), III, 314. - Het Vlaamschspreken in de Kamer (1908), III, 343.
De hoofdmannen der Vlaamschgezinden in den Belgischen staatkundigen strijd, III, 353. - Onze staatspartijen en de Vlaamsche Beweging, III, 384. - Liberalen en clericalen, III, 385. - De socialisten, III, 387.
| |
De Vlaamsche Taalwetten
Verworpen wetsvoorstel De Laet (1867), I, 101. - Taalwet Coremans op het gerecht (1873), I, 108. - Taalwet De Laet op het bestuur (1878), I, 127. - Taalwet de Vigne-Coremans op het officieel middelbaar onderwijs (1883), I, 145. - Wetsvoorstel Visart-Wagener over de Krijgsschool, met de Vlaamsche amendementen (1884-1888), I, 228. - Taalwet De Vigne-Coremans op het gerecht (1889), II, 2. - Het amendement Helleputte-Le Jeune-Nerincx op de vervlaamsching der rechters (1890), II, 26. - Taalwet Coremans-Le Jeune op de Beroepshoven van Brussel en Luik
| |
| |
(1891), II, 67. - Taalwet Begerem op de Vlaamsche eeden (1894), II, 116. - De zoogezegde taalwet Heuvelmans op de burgerwacht (1897), II, 150. - De Gelijkheidswet of taalwet De Vriendt-Coremans (1898), II, 192. - Amendementen Vander Linden op het nieuw Militair Strafwetboek (1899), II, 232. - Ingetrokken Mijnenwet (1907), III, 262. - Taalwet Vander Linden-Renkin op het Assisenhof van Brussel (1907), III, 317. - Wet op de overneming van Congo (1908), III, 324.
Chronologische lijst der taalwetten (1873-1908), III, 410.
| |
De bestuurlijke Toegevingen der Regeering
Eerste regeling der spelling (1836-1844), I, 25. - Tweede regeling der spelling door Minister Alfons Vandenpeereboom (1864), I, 57. - Het Beknopt Verslag der Kamer (1878), II, 410. - Vlaamsche Reisgids (1879), III, 410. - Koninklijke Vlaamsche Academie (1886), I, 178. - Vlaamsche zilvermunt beneden 5 fr. (1886), I, 176. - Tweetalige bankbriefjes van 50 en 20 fr. (1888), I, 245. - Tweetalige postzegels (1891 en 1893), I, 177. - Tweetalige ‘Moniteur-Staatsblad’ (1895), II, 138. - Tweetalige bankbriefjes van 100 fr. (1906), I, 245. - Chronologische lijst van de Vlaamsche toegevingen der Regeering, III, 410.
| |
De Vervlaamsching der Gemeente en Provincieraden
Oost-Vlaanderen en Prov. Antwerpen, (1840). I, 24. - Stad Antwerpen (1862), I, 91. - Gent en Brugge, I, 97. - Oost- en West-Vlaanderen omstreeks 1870, I, 98. - Regeling van het taalgebruik in Oost-Vlaanderen (1889), II, 20. - De Franschdolheid in West-Vlaanderen (1889), II, 23. - Gemeenteraden van het algemeen stemrecht (1896), II, 145. - Onze taal en de taalregeling te Gent in den Gemeenteraad (1896), II, 147.
| |
De Vervlaamsching van het Staatsbestuur
De Taalwet De Laet (1878), I, 127 (Hare wording: De vertoogen der liberale Vlaamschgezinden aan de Kamer (1878), I, 128. - De bespreking in de Kamers, 131).
De ‘Gelijkheidswet’ of Taalwet De Vriendt-Coremans op het gelijkstellen van het Nederlandsch met het Fransch in de Kamers (1898), III, 192 (Hare wording: de eerste bespreking in de Kamer (Nov. 1896), III, 194. - De beide wetsvoorstellen De Vriendt en Coremans, 195. - De eerste bespreking in den Senaat (Jan. en Febr. 1897), 198. - De ontwaking van het Vlaamsche volk, 203. - De Vlaamsche betooging in de hoofdstad (28 Febr. 1897), 205. - De tweede
| |
| |
bespreking in de Kamer (Maart 1898), 210. - De tweede bespreking in den Senaat (April 1898), 214. - De naklanken der taalwet bij de daaropvolgende verkiezingen, 218).
Het merkwaardig verzoekschrift der spoorwerklieden van Meirelbeke (1908), 360.
| |
De Vervlaamsching van het Gerecht
De Zaak Karsman (1863), I, 98. - De Zaak Coucke en Goethals (1865), I, 100. - De Zaak Schoep (1872-73), I, 110.
De Taalwet Coremans op het gebruik onzer taal in strafzaken (1873), I, 101 (Hare wording: Het adres der 75 Gentsche advocaten, I, 113. - De Vlaamsche Landdag te Brussel (Juni 1873), 114. - De beraadslagingen in de Kamers (Juli-Augustus, 1873), 115. - De onwillige uitvoering der taalwet en het verslag van Vuylsteke (1878), 123).
De Taalwet De Vigne-Coremans (1889) tot aanvulling van die van 1873, II, 2 (Hare wording: De wetsvoorstellen van De Vigne en Coremans (1884), II, 2. - De eerste bespreking in de Kamer (1888), 4. - De brief van de liberale Vlamingen van Gent aan de Waalsche linkerzijde, 6. - Het protest van den ‘Cercle Wallon’ van Gent, 7. - De tweede bespreking in de Kamer, 8. - De drie voornaamste verzoekschriften, 9. - De aanneming der taalwet (Dec. 1888) en hare laattijdige bekrachtiging in Mei 1889, 11).
Het Amendement Helleputte-Le Jeune-Nerincx over de kennis der volkstaal opgelegd aan de magistratuur der Vlaamsche gewesten (1890), II, 26.
De Taalwet Coremans-Lejeune op de Beroepshoven van Brussel en Luik (1891), II, 67 (Het parlementair onweder door Coremans verwekt, II, 67. - De taalwet in Kamer en Senaat, 69).
De Taalwet Vander Linden-Renkin op het Assisenhof van Brussel (1907), III, 317. (De bespreking in de Kamer, III, 318. - Sam Wiener in den Senaat (1908), 319. - Minister Renkin in den Senaat, 320. - De verdere bespreking in den Senaat, 321. - De Luikerwaal Dupont in den Senaat, 322).
| |
De Vervlaamsching van het Krijgsgerecht
De Vlaamsche soldaten vóór de Krijgsraden, II, 223. - Rede van Alb. Fredericq te Gent (1891), II, 225. - Allerlei incidenten vóór de Krijgsraden, II, 227. - De amendementen Vander Linden op het nieuw Militair Strafwetboek (1899), II, 232.
| |
De Vervlaamsching der Advocatenwereld
Vlaamsche conferenties der Balies: de eerste te Gent (1873), I, 125. - De Vlaamsche rechtskundige Congressen (1900), III, 164.
| |
| |
| |
De Vervlaamsching der Schooljeugd
Verdediging van het lager onderwijs tegen de verfransching (rede van Max Rooses op het XXIe Ned. Congres te Gent (1891), II, 74. - Begin van de vervlaamsching der jeugd in 't middelbaar onderwijs door Heremans (1845) en Van Beers (1849), I, 75. - Tijd en Vlijt te Leuven (1836), I, 77. - 't Zal wel gaan te Gent (1854), I, 77. - Vervlaamsching der betalende jongensscholen te Antwerpen (1876), I, 125. - Het halfeeuwfeest van 't Zal wel gaan (1902), II, 296. - Algemeen overzicht van de vervlaamsching der jeugd, III, 418. - De vervlaamsching van de turnerswereld, III, 418.
| |
De Vervlaamsching van het Middelbaar Onderwijs
De Taalwet De Vigne-Coremans op de officieele gestichten van den Staat (1883), I, 145. (Hare wording: de oneenigheid onder de liberale Vlaamschgezinden (1879-80), I, 147. - De wetsvoorstellen van Coremans en De Vigne (1881), 152. - De Vlaamsche Normale Afdeelingen te Gent, 153. - Uitstel der bespreking, 154. - De bespreking in de Kamer (1882-3), 157. - Het amendement Wagener, 158. - De houding der clericale Vlaamschgezinden, 160. - Het amendement De Vigne, 161. - Kuiperijen der Franskiljons tegen de taalwet van 1883, 165. - Nogmaals de Vlaamsche Normale Afdeelingen te Gent, 168. - De lotgevallen dier Vlaamsche Normale Afdeelingen, III, 2. - De uitvoering der taalwet van 1883, III, 6. - De Studentenlanddag te Brussel (1886), III, 8. - Bespreking in de Kamer (1886), III, 9. - De algemeene vergadering van het Willems-fonds te Antwerpen (1885), III, 10. - Coremans in de Kamer (1892), III, 11. - De ‘Pères de famille’, te Gent (1893), III, 13. - De ‘Alliance française’ in België (1891), III, 14. - Het optreden der Gentsche ‘Vulgarisateurs’ (1898), III, 17. - Het ‘Institut Rachez’ te Gent (1899), III, 19. - De uitslagen der taalwet van 1883, III, 30).
Onze taal in de meisjesscholen: algeheele verfransching der nonnenscholen, III, 33. - Baron de Maere over de Vlaamsche vrouwen in de Kon. Vlaamsche Academie (1894), III, 36. - Pastoor Hugo Verriest over de Vlaamsche vrouwen te platten lande in de Kon. Vlaamsche Academie (1906), III, 40.
De lijdensgeschiedenis van Coremans' wetsvoorstel op het vrij middelbaar onderwijs der bisschoppen en paters (1883-1908), III, 44 (De eerste pogingen der clericale Vlaamschgezinden, III, 45. - De Studentenlanddag te Antwerpen (1885), 47. - Guido Gezelle's optreden (1885), 51. - Nieuwe landdagen, enz., 55. - De verwerping van het eerste amendement van Coremans in de Kamer (1889-90), 58. - De opschudding onder de clericale Vlaamschgezinden, 60. - De ver- | |
| |
werping van het amendement Van Put in den Senaat (1890), 62. - De kardinaal-aartsbisschop van Mechelen Mgr. Goossens (1891), 65. - De vervolgingen der Vlaamschgezinde studenten in de Jezuietencolleges (1892), 67. - De vervolgingen te Mechelen, Jozef Feskens (1893), 70. - De verwerping van het tweede amendement Coremans in de Kamer (1894), 73. - Mgr. De Brabandere van Brugge (1894), 77. - Coremans' wetsvoorstel in de Kamer neergelegd (1901), 81. - De strijd breekt los, 83. - Het jaar 1903, 86. - Het wetsvoorstel in de afdeelingen der Kamer, 89. - De Landdag te Brussel (1904), 91. - Mgr. Waffelaert van Brugge (1904), 95. - Verdere gebeurtenissen (1904), 98. - De clericale Landdag te Antwerpen en de afval van ‘Het Fondsenblad’ (1904), 100. - Het jaar 1905, 103. - Het manifest der Ste-Luitgaardisgilde van Dendermonde (1905), 105. - De Landdag te Leuven (1905), 108. - Het nieuw stelsel van Helleputte (1905), 109. - De Landdag van het Davids-fonds te Lier (1905), 110. - Nieuw tijdverlies, 112. - Het jaar 1906, 113. - De ‘taalwet de Trooz’ (1906), 116. - Aartsbisschop Mercier en de andere bisschoppen, 118. - De veroordeeling der Ned. taal, letteren en boeken door Mgr. Waffelaert van Brugge (1906), 120. - De bisschoppelijke onderrichtingen (1906), 122. - Het vertoogschrift der 360 clericale Vlaamschgezinden aan de bisschoppen (1906), 125. - De bespreking in de Kamer (Mei, Juni en Juli 1907), 129. - De stemmingen, 136. - De gevolgen der stemmingen, 139. - De Commissie der Kamer,
143).
| |
De Vervlaamsching van het Hooger Onderwijs
Het gebruik der talen aan de Gentsche Hoogeschool (1817-1884), III, 147-150. - Hooger Vlaamsch normaal onderwijs te Gent (1884), I, 153, 168; III, 150-153. - Het artikel van D. Ackers in het Belfort (1889), III, 153. - Pol De Mont op het Nederl. Congres te Antwerpen (1896), III, 158. - Het eerste referendum van 't Zal wel gaan, (1896), III, 158. - Het verslag van Prof. Mac Leod, namens de Congrescommissie (1897), III, 160. - Het tweede referendum van 't Zal wel gaan (1898), III, 161. - Het gehoor der Commissie bij Minister Schollaert (1899), III, 165. - De houding van den Academischen Raad der Gentsche hoogeschool (1899), III, 168, 184. - Het eerste Vlaamsch Studentencongres te Gent (1899), III, 171. - De brief van Julius De Vigne (1899), III, 172. - De interview van Burgemeester Jan Van Rijswijck (1900), III, 174. - Het tweede Vlaamsch Studentencongres te Gent en de Vulgarisateurs (1901), III, 176. - De verklaring van De Vigne in de Liberale Associatie, III, 179. - Verklaring van Minister de Trooz (1901), III, 189. - Prof. Mac Leod en Prof. Fredericq te Brussel bij de liberale Vlaamschgezinde Kamerleden, III, 191. - Het derde
| |
| |
Vlaamsch Studentencongres te Gent (1902), III, 192. - De voordrachten van Mac Leod en Fredericq in 't Zal, III, 195. - De houding van het Algemeen Nederlandsch Verbond (1903), III, 197. - Het vierde Vlaamsch Studentencongres te Gent (1903), III, 199. - De brochure van Prof. Mac Leod, III, 200. - Lod. De Raet in den Vlaamschen Volksraad te Brussel (1903), 202. - Het vijfde Vlaamsch Studentencongres te Gent (1904), III, 205. - Vraag door De Backer in de Kamer gesteld (1904), III, 208. - Het zesde Vlaamsch Studentencongres te Gent (1905), III, 29. - De bedeesde houding der Leuvensche studenten (1905), III, 211. - Het twistgesprek in Ons Huis te Gent (1905), III, 212. - Een wetsvoorstel in de Kamer neergelegd (1905), III, 214. - Het zevende Vlaamsch Studentencongres te Gent (1906), III, 216. - De houding van Prof. Mac Leod, III, 219. - Het boek van Lod. De Raet (1906), III, 220. - De bisschoppelijke afkeuring der vervlaamsching van het hooger onderwijs (1906), III, 224. - Het optreden van Max Rooses in het Algemeen Nederlandsch Verbond en de Nieuwe Commissie (1907), III, 226. - De Raet's verslag der tweede Hoogeschoolcommissie (1908), III, 229. - Het Algemeen liberaal Studentencongres te Gent (1908), III, 231. - Het Algemeen Nederlandsch Verbond en de Bisschoppen (1908), III, 233.
De Vlaamsche ‘University Extension’ te Gent (1892), II, 99; III, 153. - Te Leuven (1898) en te Brussel (1895 en 1900), II, 103.
De Vlaamsche Genees- en Natuurkundige Congressen: Het eerste te Gent (1897), III, 162. - De elf volgende (1893-1908), III, 163.
De Vlaamsche rechtskundige Congressen: Het eerste te Antwerpen (1900), III, 164.
De invoering van eenige Vlaamsche leergangen aan 's Rijks Fransche Hofbouwschool te Vilvoorde (1890), II, 51.
| |
De Koninklijke Vlaamsche Academie
Eerste pogingen, I, 178. - Het zoogezegd ontwerp van Rogier (1841), I, 179. - De Grievencommissie van 1856 en andere mislukte pogingen, I, 181. - De ontworpen Academie van Noord en Zuid (1884), I, 181. - De Westvlaamsche tegenkanting, I, 182. - De mislukking der Academie van Noord en Zuid, I, 183. - Stichting der Kon. Vlaamsche Academie (1886) I, 184. - De oneenigheid over hare samenstelling, I, 187. - Het aftreden van Jan Van Beers, Max Rooses en Sleeckx, I, 185. - De werkzaamheden der Kon. Vlaamsche Academie, I, 191.
| |
De Vervlaamsching van Leger en Burgerwacht
Onze taal in het leger na 1830, I, 227. - Het wetsvoorstel Visart-Wagener (1884-1888), I, 228. - De woelige bespreking in de Kamer
| |
| |
(1887), 231. - Het verzoenend optreden van den Luikerwaal Hanssens, 233. - De Waalsche opwinding, 234. - De bespreking in den Senaat, 288. - Het oordeel der Vlaamschgezinde pers, 240. - De derde bespreking in de Kamer (1888), 242.
Zaak van den burgerwacht P. Matton te Gent (1885), I, 199. - Zaak A. Henderickx te Brussel (1889), II, 150. - Zaak E. De Bom te Antwerpen (1895), II, 152.
De zoogezegde taalwet Heuvelmans op de burgerwacht (1897), II, 153. - Hare slechte toepassing, II, 154. - Zaak Karel Vander Cruyssen te Gent (1900), II, 158. - Majoor Stassinet te Gent (1901-1903), II, 350. - Andere schendingen der taalwet Heuvelmans, II, 354.
Het doodgeboren wetsvoorstel Vander Kelen-Ligy (1904), II, 357. - Zijne verwerping in den Senaat, 359. - Naklanken dier bespreking, 363.
| |
De Vervlaamsching van het Mijnwezen
Het wetsontwerp op de kolenmijnen (1907), III, 262. (De eerste bespreking in de Kamer, III, 264. - De tweede bespreking, 266. - Het amendement Franck, 268. - De intrekking der wet, 269).
| |
De Vervlaamsching van het koloniaal Bestuur in Congo
Onze taal in den Congo-Vrijstaat, III, 324. - Het vraagstuk in de Kamer (1908), III, 326. - Vlamingen en Congonegers, III, 328. - De stemmingen in de Kamer, III, 330.
| |
Ons Koninklijk Stamhuis en onze Taal
Leopold I en het Vlaamsch, I, 204. - Conscience praeceptor der prinsen (1847), I, 206. - De brief van 't Willems-fonds aan Prins Boudewijn (1886), I, 208. - Leopold II op de Breidelfeesten (1887), I, 216. - Prins Boudewijn te Brugge, I, 219. - De eerste Vlaamsche redevoering van Leopold II (1887), I, 220. - Koningin Maria-Hendrika, I, 224. - De dood van Prins Boudewijn (1891), II, 61. - De gehooren van het Nationaal Vlaamsch Verbond bij den Koning (1891), II, 80. - 's Konings Vlaamsche redevoering te Antwerpen (1905), III, 247. - Het havenfeest der drie Zustersteden (1907), III, 270. - De tweetalige redevoering van den Koning te Brugge (1907), III, 272. - Prins Albrecht en onze taal, III, 393. - Prins Albrecht in de Kon. Vlaamsche Academie (1896), III, 395. - Prins Albrecht op het Ledegancksfeest te Eekloo (1897), III, 397. - De officieele redevoeringen te Eekloo, III, 398. - Prins Albrecht en
| |
| |
Prinses Elisabeth te Antwerpen (1900), III, 402. - De Gentsche Vulgarisateurs en Prins Albrecht (1901), III. 403. - Het bezoek van het prinselijk echtpaar te Gent (1901), III, 406. - De bezoeken aan de andere Vlaamsche steden (1902-1907), III, 408.
| |
De geestelijke Toenadering tot Duitschland
Het Vlaemsch-Duitsch Zangverbond (1846), I, 32. - De misnoegdheid van Frankrijk, I, 34. - Het Ministerie Rogier en de Omwentelingen van 1848, I, 45. - De Fransch-Duitsche oorlog van 1870-71, I, 106.
| |
De Verzoening van Noord en Zuid
De toenadering tot Noord-Nederland (1846-1849) I, 47. - Het eerste Nederlandsch Congres te Gent (1849), I, 50. - De tien eerste Congressen (1849-1869), I, 54. - Andere blijken van toenadering III, 274. - De afschaffing der Septemberfeesten (1880), I, 137. - De eerste studentenafdeeling van het Willems-fonds te Leiden (1888), I, 250. - De voornaamste leden van de Ned. Congressen van het 10e tot het 21ste (1868-1891), II, 72-75. - Het 21ste Ned. Congres te Gent (1891), II, 71. - De opgewarmde Septemberfeesten van schepen Lepage te Brussel en de protesten van het Willems-fonds (1897), II, 234. - Het 25ste Ned. jubelcongres te Gent (1899), II, 244. - Het 27ste Ned. Congres te Kortrijk (1902), II, 328. - De voornaamste leden van de Ned. Congressen van het 22ste tot het 29ste (1893-1906), III, 245-247. - De chronologische reeks der Nederlandsche Congressen (1849-1908), III, 245. - De Belgische jubelfeesten (1905), III, 238. - De ‘Entente hollandobelge’ (1905), III, 274. (Het optreden van Eugène Baie, III, 277. - De polemiek over Baie's voorstel, 279. - De twee Commissies in Noord en Zuid (1907), 280. - Verdere polemieken, 283. - De eerste bijeenkomst der Nederlandsch-Belgische Commissie te Brussel (Nov. 1907), 285. - De rede van Beernaert, 287. - De rede van Heenskerk, 288. - Het Reglement, 290. - Nabetrachtingen, 291. - Het werk der Ondercommissies (1908), 293. - Vergaderingen in den Haag (1908), 295. - Bos in de Vragen des Tijds, 296).
| |
De Toenadering tot Zuid-Afrika
Opkomende sympathie voor de Boeren (1881), I, 143. - De zaak van Zuid-Afrika (1899), II, 298. - President Krüger in Europa (1901), II, 301. - De Boerenzaak in de Kamers (1901), II, 303. - De drie Boerengeneraals in Vlaanderen (1902), II, 308.
| |
| |
| |
De Vlamingen in 't Walenland
Geene waarborgen van hun taalgebruik, III, 373. - Wat er te Luik voor hen gedaan werd, III, 375. - Het optreden van het Algemeen Nederlandsch Verbond (1903), III, 378. - De ‘Eendracht’ te Charleroi, (1906), III, 381.
| |
Het Willems-fonds en het Davids-fonds
Het Willems-fonds (1851), I, 79. - Het Davids-fonds (1875), I, 119. - Beider uitbreiding (1875-1884), I, 122. - Strijd van 't Willems-fonds voor 't Kon. Vlaamsch Conservatorium te Antwerpen (1882-1891), II, 76. - Brief van het Willems-fonds aan Prins Boudewijn (1886), I, 208. - Protesten van 't Willems-fonds tegen de opgewarmde Septemberfeesten te Brussel (1897), II, 235. - Liederavonden van 't Willems-fonds (1903), II, 343. - Het Julius Vuylsteke-fonds (1903), II, 337. - Het Willems-fonds en het Davids-fonds sedert 1884, III, 362. - Het verval van het Willems-fonds (1884-1903), III, 363. - Wederzijdsche werkzaamheden, III, 367. - Volksvoordrachten en bibliotheken, III, 370.
| |
Het Algemeen Nederlandsch Verbond
Zijne wording te Brussel (1895), II, 161. - De hoofdzetel naar Dordrecht verplaatst (1898), II, 164. - De verbreiding van het Verbond, II, 168. - Het Algemeen Nederlandsch Verbond tegenover het vraagstuk der vervlaamsching van het hooger onderwijs (1903), III, 197; (1907), III, 226. - Het Algemeen Nederlandsch Verbond en de toestand der Vlamingen in het Walenland (1903), III, 378.
| |
De Vlaamsche Dagbladpers
De ellendige toestand na 1830, I, 29. - Het eerste dagblad ‘Vlaemsch België’ te Brussel (1844), I, 30. - De uitbreiding der Vlaamsche pers, II, 285. - De kleine centenbladen na 1870, II, 289. - Het Katholiek Vlaamsch Secretariaat en het Liberaal perskantoor, III, 332.
| |
Het Volksgezang
Snellaert en de Vlaamsche volksliederen, I, 8 (noot). - Het Nederlandsch volksgezang en het Willems-fonds, I, 83. - De Ned. Zangstukken van het Willems-fonds, III, 368. - De liederavonden van 't Willems-fonds (1903), van Flor. van Duyse, II, 343.
| |
| |
| |
De Vlaamsche Muziek.
De vervlaamsching van den Prijskamp van Rome (1865), I, 83. - De opkomst der nationale muziek, I, 81. - Peter Benoit aan 't hoofd der Vlaamsche Muziekschool te Antwerpen (1867), II, 173.
- De jarenlange strijd voor het Koninklijk Vlaamsch Conservatorium, II, 175. - Peter Benoit's jubelfeest te Antwerpen (1892), II, 185. - Benoit's zegepraal (1897), II, 190.
| |
Het gesproken Tooneel.
Zijne opkomst na 1830, I, 61. - De Nederlandsche Schouwburg te Antwerpen 1872, I, 91. - Te Brussel (1887), I, 220. - Te Gent (1899), II, 249.
| |
Het Lyrisch Tooneel.
De eerste Vlaamsche opera's sedert 1847, III, 298. - Het Vlaamsch lyrisch drama te Antwerpen (1890), III, 300. - De afzonderlijke Vlaamsche operatroep (1893), III, 301. - De inwijding van den Opera-Schouwburg te Antwerpen (1907), III, 308.
| |
De geestelijke Gevolgen der Vlaamsche Beweging.
Algemeen overzicht, III, 415. - De verrijzenis van het Vlaamsche volk, III, 420.
| |
De stoffelijke Belangen der Vlamingen.
De ellende van Vlaanderen (1845-1847), I, 37. - De Vlaamsche Beweging en de stoffelijke belangen van Vlaamsch België, III, 390. - De nog bestaande stoffelijke grieven, III, 423.
| |
De groote Vlaamsche Betoogingen.
Het Vlaamsch feest te Gent (1841), I, 26. - De Vlaamsche Landdag te Brussel (1873), I, 114. - De feesten ter eere van Conscience en van Virginie Loveling (1881), I, 140. - De Breidelfeesten te Brugge (1887), I, 212. - Het Vuylstekefeest te Gent (1887), II, 335. - Het Liberaal Volksbanket De Vigne te Gent (1888)), I, 249. - Het Coremansfeest te Antwerpen (1889), II, 16. - Peter Benoit's jubelfeest te Antwerpen (1892), II, 185. - Het feest van Benoit's overwinning te Antwerpen (1897), II, 190. - De Vlaamsche betooging der Gelijkheidswet te Brussel (1897), II, 205. - Het Willemsfeest te Gent (1899), II, 239. - De 600ste verjaring van den Gulden-sporenslag te Kortrijk (1902), II, 314. - De liberale Vlaam- | |
| |
sche Landdag te Antwerpen (1905), III, 243. - De Landdag van het Davids-fonds te Lier (1905), III, 245.
| |
De belangrijkste Vlaamsche Vertoogschriften.
Vlaamsch petitionnement (1840), I, 22. - Verklaring van grondbeginselen (1847), I, 44. - Manifest van het Nederlandsch Kunstverbond van Antwerpen (1856), I, 64. - Adres der 75 Gentsche advocaten aan de Kamer (1873), I, 113. - Vertoogen der liberale Vlaamschgezinden aan de Kamer (1878), I, 128. - Brief van 't Willems-fonds aan Prins Boudewijn (1886), I, 208. - Manifest der liberale Vlamingen (1886), I, 201. - Brief van de liberale Vlamingen van Gent aan de Waalsche linkerzijde (1888), II, 6. - Open brief van den Vlaamschen Liberalen Bond van Antwerpen aan Frère-Orban (1890), II, 38. - Manifest der Ste Luitgaardisgilde van Dendermonde (1905), III, 105. - Vertoogschrift der 360 clericale Vlaamschgezinden aan de Bisschoppen (1906), III, 125.
| |
De Vlaamsche ‘Schandalen’.
Geval van Sleeckx, te Brussel (1844), I, 36. - Zaak Karsman (1863), I, 98. - Zaak Coucke en Goethals (1865), I, 100. - Zaak Schoep (1872-73), I, 110. - Zaak Matton (1885), I, 199. - Minister Le Jeune's officieele lijst der Vlaamsche gemeenten (1889), II, 19. - Onvolledige herziening dier lijst (1891), II, 79. - Zaak De Bom (1895), II, 152. - De rechterlijke ‘schandalen’ vóór het Assisenhof van Brabant te Brussel (1906), III, 253.
| |
Mouvement Wallon, Vulgarisateurs, enz.
De opkomst der Ligues Wallonnes (1886), I, 197. - De Waalsche opwinding (1887), I, 234. - Het protest van den Cercle libéral wallon van Gent (1888), II, 7. - De 75e herdenking van Waterloo (1890), II, 39. - De mislukte Jemappes-betooging (1890), II, 43. - Het Congrès Wallon te Brussel (1890), II, 45. - De ‘Alliance française’ in België (1891), III, 14. - De ‘Pères de famille’ te Gent (1893-1896), II, 13. - Het geval Hallet te Gent (1897), II, 218. - De Opwinding der Walen na de ‘Gelijkheidswet’ (1898), II, 218. - Het optreden der Gentsche ‘Vulgarisateurs’ (1898), III, 17. - Het ‘Institut Rachez’ te Gent (1899), III, 19. - Andere heldendaden der ‘Vulgarisateurs’, III, 21. - Het geval van Prof. van Hamel te Gent (1901), III, 25. - De brief der 34 Gentsche hoogleeraren aan Prof. Van Hamel (1901), III, 27. - De Gentsche Vulgarisateurs en Prins Albrecht (1901), III, 405. - Het Fransch
| |
| |
Congres te Luik (1905), III, 240. - Het Congrès Wallon te Luik (1905), III, 241. - De redevoering van Buls over de Franschdolheid in België (1905), III, 249. - De Vulgarisateurs in de verkiezingen te Gent (1895-1907), III, 314. - Hunne nederlaag in de Gentsche gemeenteverkiezingen (1907), III, 315. - De Ecole française te Brussel (1908), III, 335. - Hare inwijding, III, 337. - Het Fransch Congres te Aarlen (1908), III, 340. - De verklaring van den Franschen ‘délégué’, III, 342.
| |
Andere gebeurtenissen.
Dood van Camiel Imbrouck (1886), I, 200. - F. Delvaux in de Fédération libérale te Brussel (1888), II, 12. - De Duitsche Keizer te Oostende (1890), II, 48. - Dood van Willem III der Nederlanden (1890), II, 50. - Dood van Emile de Laveleye (1892), II, 85. - De 75e verjaring der Gentsche Hoogeschool (1892), II, 96. - Dood van de Maere (1900), II, 281. - Dood van Peter Benoit (1901), II, 293. - Dood van Julius Vuylsteke (1903), II, 332. - De Belgische Jubelfeesten (1905), III, 1. - Aftreden en dood van Jan Van Rijswijck (1900), III, 256. - Het Julius Sabbe-feest te Brugge (1908), III, 349. - Dood van Julius De Vigne (1908), III, 353.
Kleine gebeurtenissen in 1880 en 1881, I, 139; - in 1882, I, 145; - in 1883-4, I, 169; - in 1883-7, I, 193; - in 1888, I, 243; - in 1889, II, 13; - in 1890, II, 55; - in 1891, II, 81; - in 1892, II, 125; - in 1893-4, II, 120; - in 1895-6, II, 148; - in 1897-9, II, 254; - in 1900, II, 284; - in 1901, II, 295; - in 1902, II, 331; - in 1903-4, II, 347; - in 1905, III, 252; - in 1906, III, 260; - in 1907, III, 312; - in 1908, III, 346.
| |
De nog bestaande Vlaamsche grieven.
Vluchtige opsomming, III, 423. - De stoffelijke grieven, III, 426.
| |
De toekomst der Vlaamsche Beweging
De beweging der nationaliteiten in Europa, III, 432. - Oordeel van Emile de Laveleye (1886), III, 433. - Oordeel van Ch. Richet (1892) en F. Laurent (1870), III, 435. - Oordeel van Elisée Reclus (1879) en P. Leroy-Beaulieu (1896), III, 436. - De vier groepen der Nederlanders in Europa, III, 437. - De Vlamingen van Fransch Vlaanderen, III, 437. - De Vlamingen van België, III, 438. - De Noordbrabanders en Limburgers, III, 439. - De Noord-Nederlanders, III, 440.
|
|