Tpalays der gheleerder ingienen, oft der constiger geesten(1556)–Frans Fraet– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio Ciijv] [fol. Ciijv] xxxij. Den Arent heeft sulcken edelen natuere verheuen Dat hi hem en wilt gheuen // teenigher spatie Teghen de vlieghen, die voor hem souden beuen Die wel bringhende ter schandalisatie Maer hy en souder niet duer vercrijghen laudatie Dit is een exempel van lien vol excellentie En sullen teghen die cleyne, atguatie Niet hebben, ten is gheen eere, maer violentie Van donwetene, en maect gheen mentie Groote oneere moechdy halen noch ten fijne Teghen donstercke en maect gheen resistentie Volcht grauiteyt, ghebruyct doctrijne. Vorige Volgende