Refereynboek ofte nieuwe wandeldreve, voor de jongheyd(1667)–François Foret– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Refereyn van de Helle Wee my katyvig mensch! Wee dat ik ben geboren, Ter weireld oyt gebragt myn' ziel' is gansch verloren: Begraven in een kuyl, gesmeten in een hol, Van duysternisse groot, van bitterheden vol: Berst uyt o droefheyd vreed, met troostelooze klagten, Komt zuchten noyt gehoord, komt wilt myn hert versmachten Met traenen ziedend heet, vervloekt dit boos gestel, Want t' samen levendig branden wy in de Hel. Geen troost van al dat leeft ter wereld is geschaepen, [pagina B2v] [p. B2v] Zwaer straffende hand[...] Gods, door wiens zweird ende wapen Ik deirlyk ben gestraft, vervloekt dit helsch fenyn, Vermaledijd moet zyn dees grouwelyke pyn. Wie van ons altemael zal komen met ons woonen In deze vuyle plaets, hier zitten in de troonen Vol solpher ende pek: wy hooren dit getier: Ik brande, en ik sterv', ik lev' in 't eeuwig vier. Vorige Volgende