Brieven van Nonkel Pastoor(1935)–Emiel Fleerackers– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Bertje is veilig op het College aangekomen, heeft Pater Rector reeds van verre gezien en met den professor gepraat, die hem vriendelijk ontving. Bertje is zeer beschaamd, omdat de meester, in de klas, zijn naam vroeg en omdat de leerlingen luid-op lachten, toen ze hoorden: Bartholomeus Bartholomeeuwissen. Bertje heeft het nieuwe schooljaar slecht ingezet: hij heeft een straf opgeloopen omdat hij te laat is opgestaan en te laat in de H. Mis gekomen. Bertje heeft een groene kaart gekregen voor onbeleefdheid. Hij had aan Pater Adams een toenaam gegeven. Bertje smeedt Nonkel om vergiffenis voor zijn groene kaart, zendt hem tevens een gulden kaart op met 20 punten voor elk vak, behalve één 19 voor aandacht in de klas. Bertje heeft om een vulpen geschreven, liefst 'ne Waterman. Daar wint hij tijd mee uit. - Bertje vraagt voor toekomenden trimester een schoon kravatje, en een nieuw hoedje en een lange broek. Bertje heeft een slechte kaart verdiend; maar 't was de schuld van zijn gebuur!... En nu heeft hij in de studiezaal een ander plaats gevraagd. Bertje ligt ziek te bed met influenza. Bertje heeft een ganschen avond geweend omdat hij Nepos niet kon vertaald krijgen. En nu is hij den moed kwijt. Bertje heeft een vriend gevonden. Hij heet Jan Spiegeleire en kijkt wat scheel en zijn vader is veearts. Bertje schrijft om een (milde!) aalmoes voor een Pater, die naar Congo vertrekt. Bertje is laatst in den prijskamp van Oude Geschiedenis... Hij dacht dat hij alles kende... Hij had zóó zijn best gedaan!... En nu is hij ontmoedigd. Bertje vindt het zeer vervelend te moeten studeeren... En hij is weer ontmoedigd... Bertje is ‘souffleur’ in een tooneelstukje, een drama, en toekomenden keer mag hij zelf meespelen. Bertje is eerst in godsdienstleer en vraagt nu om een Sint-Niklaas. Bertje, op vakantie bij zijn vriend Spiegeleire was vergeten Nonkel een zalig naamfeest te wenschen, en vraagt om excuus. Bertje is nu tevreden. Bertje denkt er soms aan missionaris te worden; nu gaat zijn hart naar Lapland, dan naar Congo. - Bertje laat weten dat hij binnen drie weken naar huis komt; dit is zijn laatste brief, dus hij verwacht Nonkel op de prijsuitdeeling.