Eene liefde in het Zuiden(1881)– Fiore della Neve– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] XLVII. Dat waren niet Parijsche castagnetten, Een speeltuig in 't orkest... Dat was niet de Fandango der balletten, Gedanst van Oost tot West... Die tripp'lend op de maat der schelle vedeltonen, Slechts 't buigzaam voetgewricht der danseres wil toonen, In 't licht tricot geprest... 't Was de Fandango zelf, de liefdezucht uit Spanje, Uit heerlijker natuur, De dans van stille weelde, in 't geuren der oranje, In 't schemeravonduur... Van mijm'ring en genot, van hartstocht en verlangen, Van hoop en zaligheid en droom'rige gezangen, En smachtend liefdevuur! Van waar die tonen hier, haast buiten uw barrière, O groote wereldstad? Hoe dwaalde ik zelf hierheen? Hoe voerde thans zoo verre Den zwerveling zijn pad? Helaas! wie 't zeggen kon? was 't toeval, voorbeschikking, Die met gewisse hand tot d'ure der verschrikking Mij voortgedreven had? [pagina 95] [p. 95] Hoe mij het harte klopt... en ademloos nog luist'rend Vertoef ik voor de tent.... 't Is of herinn'ring hier, mijn voet aan d'aarde kluist'rend, Mij wreede boden zendt; 't Is of mijn geestesoog haar donk're vlechten sling'ren, Haar arm zich buigen ziet, in 't dartel spel der ving'ren Rosaura's hand herkent. Vorige Volgende