96.
Die avond kuste ik mijn hospita. Ik was naar de film geweest, een oude western met John Wayne, die ik pas twee keer had gezien en ik liep de keuken binnen om wat suiker te lenen. Ze stond iets te doen boven het gasfornuis, draaide zich om en kuste me uitvoerig. Halverwege hield ze op en zei: ‘Je bent Hein niet.’
‘Gelukkig niet,’ zei ik, ‘maar ik vond het leuk dat het er eindelijk van gekomen is.’
Ze lachte zoals alleen aardige vrouwen op zo'n moment kunnen lachen.
‘Nou, je kunt 'm tenminste afmaken, die kus,’ zei ik.
‘Zeker terwijl Hein elk ogenblik kan binnenkomen.’
Op dat moment kwam Hein binnen.