Amaisa gaat naar de poli
(2010)–Christine Feenstra– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
Amaisa is ziek.
Haar keel doet pijn.
Ze voelt zich niet goed.
Amaisa huilt. | |
[pagina 4]
| |
[pagina 5]
| |
Mama vertelt Amaisa over vroeger.
Amaisa was nog een baby.
Ze moest toen altijd lachen.
Maar nu huilt Amaisa.
Mama troost haar. | |
[pagina 6]
| |
[pagina 7]
| |
Amaisa is nog ziek.
Ze moet naar de dokter.
De dokter is in de poli.
Amaisa trekt haar slippers aan. | |
[pagina 8]
| |
[pagina 9]
| |
Mama brengt Amaisa naar de poli.
Daar is de zuster.
Het is niet druk.
De zuster kijkt naar de zieke Amaisa. | |
[pagina 10]
| |
[pagina 11]
| |
De zuster pakt medicijnen voor Amaisa.
Ze leest voor wat er op de fles staat.
De zuster geeft de medicijnen aan mama.
Medicijn helpt tegen ziek zijn.
| |
[pagina 12]
| |
[pagina 13]
| |
Thuis geeft mama Amaisa een vrucht.
De vrucht heeft vitaminen.
Vitaminen houden je gezond.
Mama gaat het erf schoonmaken.
Het vuil wordt opgeruimd. | |
[pagina 14]
| |
[pagina 15]
| |
Amaisa is moe.
Ze gaat slapen.
Ze ligt in de hangmat.
De klamboe hangt er omheen.
Morgen zal ze beter zijn. | |
[pagina 16]
| |
|