Chrysanten, roeiers(1977)–Hans Faverey– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 311] [p. 311] [Eenmaal in zijn doen gekomen] Eenmaal in zijn doen gekomen is dat wiel niet meer te houden: het boze paard in hem is losgebroken. Terwijl de oever brandt, omdat zijn hoektand brandt zolang het zegel brandt, verraad ik door te hoesten mijn aandoening. Juist een blinde moest zulke mooie wimpers hebben als hij zich vooroverbuigt, tastend naar de halsslagader in je zwanehals. Vorige Volgende