Chrysanten, roeiers(1977)–Hans Faverey– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 290] [p. 290] [Terwijl een van die vleugels] Terwijl een van die vleugels zijn spijker uitzit, een zacht gejank neersijpelt uit de pijl op weg naar het suikerhart; een pijl, zich koesterend in het warme pijlsap van zijn oorsprong; het hart als een knoop in een riem uit rendierleer; de spijker - nog suikerzoet; de doodstille reigerwiek. Vorige Volgende