Chrysanten, roeiers(1977)–Hans Faverey– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 251] [p. 251] [Nu het uur stilstaat] Nu het uur stil staat, ademt alles afscheid uit en stokt. Deze of gene mond lijkt nog te zuigen op een tong die nauwelijks meer iets terug kan doen. Wat te doen? Verspreidt de stilstand zich met onmogelijke snelheid? Is dit nog riet dat daar wuift? Of wordt er alleen nog gewuifd in taalresten op een flakkerend scherm in een krimpend centrum? Vorige Volgende