De liedjes van Ome Willem(1977)–Karel Eykman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Een meestampertje Als er een rinoceros eens muziek wil maken, hoe zou die al die toetsen dan op de piano raken? (ROMPETOMPETOM, ROMPETOMPETOM) Als er ook een olifant op gitaar wil spelen, zou hij al die snaren dan, bom in tweeën delen? (ROMPETOMPETOM, ROMPETOMPETOM) Speelt het nijlpaard ook weer mee, drums, zo op de trommel? Nou daar slaat hij mooi doorheen en ik zit niet de rommel. (ROMPETOMPETOM, ROMPETOMPETOM) Komt er nog een mammoet aan, viool zo, in zijn poten en de strijkstok in zijn slurf. Wat hebben we genoten! (ROMPETOMPETOM, ROMPETOMPETOM) Ach beesten, láát de mensen toch hun muziek opknappen. Jullie zijn veel knapper in stevig stampend stappen: (ROMPETOMPETOM, ROMPETOMPETOM) [pagina 31] [p. 31] Vorige Volgende