Uit en thuis aan de gracht

Inhoudsopgave

Inleiding, door Marie Eugénie

I. Het masker

II. Piet Haen van Saint Germain des Prés

III. Moeilijkheden op de duivenzolder

IV. Juffrouw Pons en de sterren

V. Natushka's feesttaart

VI. Mevrouw Madelon

VII. ‘IJsfeest in nacht en vliegende storm’

VIII. Discrete missie van behanger De Vos

IX. Heraldisch drama

X. Veilinggebouw ‘Het Hert’

XI. Sofietje's verjaarspartij

XII. Appelketel gevraagd

XIII. Kareltje en de hengelsport

XIV. Trottoir-politiek

XV. Heleens kamp op de Veluwe

XVI. Flirtation met een weegapparaat

XVII. Het verhaal van een gouden ring

XVIII. Zeg het met bloemen

XIX. Het kaststel van Delfts Blauw

XX. Hoornse honden

XXI. Incident

XXII. Nurse en meneer Wittewinkel

XXIII. ‘Jonge vrouw met hoed’

XXIV. Moeilijkheden inzake de zenuwsluierstaarten

XXV. Het witte konijn

XXVI. De misère van mevrouw De Ridder

XXVII. Drie porseleinen kopjes

XXVIII. Een witkanten blouse

XXIX. Juffrouw Carolien heeft het laatste woord