De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Aart van der Leeuw

L 36

briefkaart

poststempel:

Voorburg

21. VII.5v

1930

Dr P.N. van Eyck

49 Russell Gardens

Golders Green

London NW 11

England.

Voorburg (bij Den Haag)

WestEinde 140

Holland

Voorburg 20 Juli 1930

Beste vEyck

Even om te zeggen hoe ik van [j]e prachtige vertaling van Leopardis [lees: Leopardi's]⁴⁴⁴,⁴⁴⁵ gedichten genoten heb. Het is een omschepping die in waarde met eigen werk gelijk staat. Telkens vallen me regels te binnen:

444 Van Eyck publiceerde in de juli-aflevering zijn vertaling van Zes gedichten van Leopardi: De oneindigheid, De avond na de feestdag, Aan de maan, Tot Silvia, De herinneringen, Tot zich zelf. Later opgenomen in de bundel Benaderingen. De regels die Van der Leeuw citeert zijn resp. uit De oneindigheid en De avond na de feestdag.

445 Giacomo Leopardi, 1798-1837, Italiaans dichter en prozaïst uit de Romantiek. Zijn Canti worden gekenmerkt door stoïsch berusten en een pessimistische levensbeschouwing. Zijn poëzie kreeg haar definitieve vorm na moeizaam werken en ten koste van een intense inspanning.

[p. 187]

‘En de ondergang is zoet in deze golven’

Uw oogen - zullen nooit anders dan van tranen schittren.

Hoe edel en ontroerend zijn deze verzen. Het zal een genot geweest zijn om die over te zetten.

We zijn weer in Voorburg terug na zes weken van het mooist denkbare weer. Schrijf je eens.[?]⁺ Mijn brief uit Hulshorst kreeg je zeker? Laat je ook nog eens je gedachten over onze Londensche plannen gaan? Wanneer neem je zelf vacantie?

Met ons beider hartelijke groeten ook aan je vrouw

je

AartvdL