De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
76.
| |
[pagina 142]
| |
Aanhef van ‘De drie levenden en de drie dooden’,
door P.N. van Eyck, in De Beweging, maart 1912, p.
41.
| |
[pagina 143]
| |
groot genoegen doen, wanneer u mij dag en uur zoudt willen melden, waarop U mij het best zoudt kunnen ontvangen. Mijn bundel zal ik dan meebrengen. Ik dank U nog hartelijk voor de in mijn gedicht verbeterde drukfouten. Ik had 2 door overschrijfslordigheid onvolledig gebleven vier-voeters in 5-voeters veranderd, maar een 11-lettergrepig vers naar ik zie laten staan, dat U dan tot een normale 5-voeter terugbracht.Ga naar voetnoot226 Ik heb dien regel nog niet veranderd. Inmiddels, met bel. dank voor Uw moeite, hart.gr. Hoogachtend,
[‘...de bewuste tram....’ wijst naar een door Verwey genoemde tijd. Ook hier ontbreekt een schriftelijk bewijs. Uit Den Haag naar Noordwijk reizen bleef tot 15 juni 1912 een ‘aangelegenheid’. Met de stoomtrein ging men eerst naar Leiden. Dan liep men naar 't beginpunt van de op 17 oktoher 1911 geëlectrificeerde tram naar Katwijk maar moest in Rijnsburg nog overstappen in de stoomtram, die vòòr de 17 de Oktober 1911 zowel de verbinding met Katwijk als met Noordwijk onderhouden had. Na 15 juni 1912 kon men van Leiden met een electrische tram om de twintig minuten naar Katwijk en om het halfuur naar Noordwijk.] |
|