34.
Briefkaart.
[16 Apr. Poststempel: 15.4.09 - tweede stempel:
16.4.09! (1909 in potlood)Ga naar voetnoot115]
Aan den Weled.geb. Heer, den Heer Albert Verwey
Noordwijk aan Zee
Zeergeachte Heer,
Nu ik voor de vraag sta, of ik mijn bundel een naam zal geven, of niet,
herinner ik mij een briefkaart van U, waarin U zeidet den naam ‘Verzen’
weinigzeggend te vinden. Hoewel ik de kans loop op onbescheiden wijze Uw
tijd in beslag te nemen, wilde ik U nu beleefd verzoeken, mij ook voor den
bundel Uw oordeel te zeggen. Het is voor mij zoo belangrijk te weten, dat
het boekje althans uiterlijk een goeden indruk maakt. Ik had al gedacht er
den titel: ‘De Getooide Doolhof’ aan te geven, aanduidend de
gestalte, waaronder zich tot nu toe het Leven aan mij heeft voorgedaan.
Zoudt U daarvoor iets voelen, of acht U ‘Verzen’ beter? Ik ontving geen
proef van mijn versje, - is er geen plaats? 't Is wel jammer.Ga naar voetnoot116Misschien moet 't boekje begin Juni verschijnen, maar 't is niet
waarschijnlijk. ‘Het Gebed’ is niet in Uw smaak gevallen?Ga naar voetnoot117 Het zou mij wel spijten. Zoudt
U mij dat éene genoegen nog willen doen, mij in een paar
woorden Uw meening te zeggen? Ik zou U zeer dankbaar zijn. Hoogacht., na
bel.gr. Uw dw. P.N. van Eyck