De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en H. Marsman
(1968)–P.N. van Eyck, H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 119]
| |
28.I.'37‘Zonnegaarde’ W.v.E. het gaat, zooals ik voorzien heb: de nawerking van de griep houdt mij weken-lang in een depressie, waarvan het eind niet te zien is. Ik lig een groot deel van den dag op den divan, en lees, tot mijn wrevel, Augustinus, tot meerdere voldoening, Leopold. Hoelang dit nog duren moet, weet de hemel -; ook of mijn lezingen nog door zullen gaan. -Ga naar voetnoot149. In elk geval hoop ik voor ik half Maart - uiterlijk - het land weer verlaat, nog minstens één keer rustig een middag en/of avond bij je te kunnen komen. Ook om met je te overleggen hoe ik het best mijn bundel ‘verzamelde gedichten’ kan samenstellen. Querido voelt voor een 3-deelige uitgave van mijn werk. De vraag zal dus zijn of hij met ‘De Gemeenschap’ tot overeenstemming komt. Dat staat nog zeer te bezien. Maar stel, dat het lukt - dan had ik het zoo willen doen: in het deel ‘Poëzie’ achter elkaar Paradise Regained, Witte Vrouwen, Porta Nigra, (Doorbraak, de 4 gedichten, waarin de doodsgedachte zichtbaar wijkt) en de ‘Nieuwe Gedichten’. In een aanhangsel ‘Voorpost’. Ik wilde alle bundel-titels, en ook die der onderafdeelingen schrappen. Hoogstens tusschen de afdeelingen een afscheiding maken door een blanco pag (al of niet met een rom. cijfer.) Wel zou ik 3 groote groepen kunnen maken: Wat vind je hiervan? - Welke gedichten ik opneem wet ik nog niet; ik denk vrijwel alles. Maar dit schrijf ik je vast, in de hoop dat je er je gedachten vast eens over kunt laten gaan; schrijf mij dan eens. Of bespreek je het liever als ik in Wassenaar kom? - hart. gr. van huis tot huis
P.S. Een antwoord op je voorlaatste brief zou ik graag geven - maar ik mis de energie. - |
|