De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en H. Marsman
(1968)–P.N. van Eyck, H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermdSchaerbeek, 63 Opaallaan21 Nov. '36 Je stuk over Gorter zit helaas in Lunteren tusschen mijn boeken!
Waarde van Eyck, Ik schrijf je maar dadelijk terug. Ongelukkig genoeg heb ik noch Witte Vrouwen hier, noch Porta Nigra - maar om inlichtingen van voorgenomen wijzigingen daarin is het jou ten slotte niet te doen. Toch neem ik mijn aanloop tot deze brief graag met die twee bundels als uitgangspunt. Het is bovendien, voor mijzelf althans, van belang dat ik mij telkens eens in mijn werk van 1929 af verdiep, om de ontwikkeling te overzien en mij af te vragen hoe ik mijn verzen moet groepeeren. Ik denk er n.l. sterk over - du Perron heeft daar voor zijn vertrekGa naar voetnoot123 nog op gehámerd, en ik ben eigenlijk al voor zijn aandrang gezwicht - om in '37 al mijn werk, geschift natuurlijk - in 3 dln. te geven, als ik een uitgever vind.Ga naar voetnoot124 Ik heb meer en meer het gevoel, dat ik dezen winter de kans krijg om een periode ‘af te sluiten’ (niet zonder nieuw perspectief, naar ik hoop!) en dat ik dan in '37 de twee voor mijn doen groote verhalenGa naar voetnoot125 kan gaan schrijven waarvoor ik al lang aanteekeningen maak, maar die nog veel voorbereiding zullen vergen. Ik wilde dan geven 1 deel poëzie, eén deel proza, eén deel critiek. Ik hoop zeer dat jij, die met du Perron mijn werk het beste kent, mij voor deel 1 aanwijzingen zult willen geven. Ueberhaupt zal een weerzien in Februari mij welkom zijn. Nu moet ik - zonder die twee bundels dus - af gaan op mijn geheugen. Bij Vos, van ‘De Gemeenschap’ ligt een bewerkt ex van Witte Vr., voor een | |
[pagina 102]
| |
eventueele herdruk, en ik méén, dat ik dat nu zoo wilde doen: (voorop dit: zelfs als die verzamelbundel niet doorgaat, zou ik W.V. en P.N. samen willen herdrukken, lijkt je dat juist? Het geheel zal nog wel P.N. kunnen heeten). Ik licht ‘De Bruid’ uit W.V. en verplaats die naar ‘Hemelsblauw’ Ook ‘De Grijsaard en de Jongeling’ en ‘De hand van den dichter’ gaan eruit, en komen in ‘Terugtocht’ (misschien déed ik dat al, bij het samenstellen van P.N.? Achterin ‘ W.V’ zet ik denk ik die korte strophen met een kruisje ertusschen (* als afscheidingsteeken) op één bladzij; misschien samen getiteld ‘Slaap en dood’ Dan de door jou gewraakte ‘Breeroo’, die ik wat temperen zal (laatste regel eerste blz. b.v.) maar die mij dierbaar blijft, ook als ‘zelfportret’ (of is het dat niet?). In ‘Terugtocht’ schrap ik dan ‘Don Juan’, Aan Anton v. D., Gorter (eventueel te vervangen door ‘Twee meeuwen’, eérste stuk van het oude gedicht, terwijl ik in P.N. juist het slot nam). Verder vervalt: Aan den dood; ik aarzel over ‘Doodsstrijd’ en Phoenix. -
Ken je ‘Joffre is stervend’? Staat in De Vrije Bladen (jaartal? vlak na 's man's dood) ik liet het weg, zag het gister terug, in ‘Zeven Eeuwen’ van Donker en GrissGa naar voetnoot126 en aarzelde weer.
Uit Hemelsblauw zou misschien Ontwaken weg kunnen, ondanks sterk protest van du P. - Uit de laatste afd. ‘October’Ga naar voetnoot127 - Ik schreef tusschen, ik méén, '32 al - maar ik kan me heel sterk vergissen - en '35 (?) met tusschenpoozen aan een half autobiografisch boek, dat als geheel mislukte. Misschien kunnen enkele fragmenten blijven bestaan. Titel: Zelfportret van Jacques FonteinGa naar voetnoot128: Deze jonkman schreef ook gedichten. Aanvankelijk waren het er 4: | |
[pagina 103]
| |
Paula +Ga naar voetnoot129 D.w.z. alles bestond, tot voor enkele weken uit de allergebrekkigste kladjes; niet alleen de 4 producten van J.F. maar eenvoudig alles wat nu, goed of slecht, tenminste volledige gedichten aan het worden zijn. Het eenige vers dat ik na '33 voltooide was ‘Non’ (zie de brievenroman).Ga naar voetnoot130 Nu ligt er nóg allerlei hoogst primitief materiaal, maar ik heb daarnaast, voltooid of zoo goed als voltooid, de laatste weken ± 30 verzen geschreven. Ten deele is die productie, - het ligt voor de hand, als je bedenkt dat de aanteekenigen ervoor al uit '32 (kunnen) ‘stammen’ - zeker onder te brengen in een uitgebreid Porta Nigra, d.w.z. in de reeds bestaande afdeelingen. Dat zou, als het ‘Zelfportret v. J.F.’ definitief niet doorgaat - ik moet het nog éenmaal geheel herlezen - ook met die 4 genoemde verzen het geval zijn. Maar voorloopig zie ik de verdeeling zoo; wat niet in de bestaande afdeelingen gaat, komt in 2 of 3 nieuwe groepen. Ná de afd. P.N. zet ik een ‘Doorbraak’Ga naar voetnoot131 (de verzen daarvoor lijken mij helaas alle 4 of 5 slecht, en die afd. kán dus vervallen), en daarnaast dan de ‘Poezie van J.F.’ Er is ook nog een kleine kans op een slot?-gedicht ‘De Vliegende Hollander’, maar dat zal wel niet doorgaan, omdat ik naast deze gedichten een prozaconceptie van De Vliegende Holl. onder handen heb, waarin overigens ook enkele verzen voorkomen. N.l. zóó, dat alles wat op zijn ‘verdoemde vaart’ betrekking heeft poezie wordt, 4 à 5 korte verzen en een begingedicht, dat ik aan het slot herhaal - en dat hij in proza de herinnering geeft aan de laatste 3 dagen op aarde.Ga naar voetnoot132 Ik zal nu het volgende doen: ik stuur je in doorslag het essentieele van de ‘Poëzie van J.F.’ Plus in handschrift de 4 ‘doorbraakgedichten: de lezing dàarvan is misschien erg voorloopig. Ze zijn mij te mat, te conventioneel, en wat een doorbraak had moeten worden, werd | |
[pagina 104]
| |
Gedichten van Marsman in De Gids van april 1937
| |
[pagina 105]
| |
[pagina 106]
| |
[pagina 107]
| |
[pagina 108]
| |
geloof ik een doorsijpeling (van iets ouds?) Kortom: over die dingen ben ik onzeker en ontevreden. Maar je kunt ze lezen. Waarschijnlijk is het zóo, dat de werkelijke doorbraak plaatsgrijpt in de ‘Poëzie van J.F.’ Van de (2) Vliegende Hollanders kan ik je nog niets sturen, het is nog ontoonbaar (op een enkel ding na, dat ik misschien ook insluit). Zoo, nu weet je misschien meer dan je weten wilde. Ik ben natuurlijk zeer benieuwd naar je oordeel, en naar je stuk. In zekeren zin is het rustig dat ik je vonnis pas zal lezen als deze rage voorbij is. Daarmee zal denk ik, tevens mijn poetische productie weer voor een tijd tot rust gekomen zijn. hart. gr. P.S. Kun je het werkelijk geheel zonder mijn proza stellen? Wil je er vooral aan denken dat ik van de geschreven copie geen afschrift heb? |
|