De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en H. Marsman
(1968)–P.N. van Eyck, H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd8 november 1936Van Eyck gaf de colleges over Marsman, waarvan al sprake geweest is, in het begin van de cursus 1936/1937 tot aan de kerstvakantie. Uit volgende brieven blijkt, dat Van Eyck inderdaad Marsman in Utrecht bezocht heeft, zoals deze had voorgesteld, en daarbij ook Jan Engelman ontmoette. Gedurende de herfst van dit jaar en een deel van de winter tot in januari 1937 logeerden de Marsmans bij de familie Greshoff, Avenue de l'Opale te Schaerbeek. 21 Oktober schreef Van Eyck aan Greshoff, die hem om een artikel over Marsman voor Groot Nederland had gevraagd,: ‘En Marsman, hoor ik, is naar Brussel vertrokken? Hij heeft mij zijn adres niet gestuurd. Zou je hem erom willen vragen, en ook zijn vrouw, om een afdrukje van dat kiekje, indien gelukt, van Engelman, Marsman en mij willen verzoeken? NellieGa naar voetnoot119 wou dat zo graag hebben.’ Marsmans briefkaart is kennelijk een reactie hierop. Zijn verblijf in Schaerbeek werd voor Marsman een uiterst produktieve periode. In Proeve van zelfkritiek (Verzameld werk, 1963, blz. 636) schrijft hij hierover: ‘wat eenmaal het door geen andere menselijke ervaring te overtreffen geluk is geweest van den tijd waarin ik mijn eerste gedichten schreef - met onderbrekingen overigens en de nodige vertwijfeling er tussen door, in de jaren 1919-1926 -, een | |
[pagina 99]
| |
bezieling en zekerheid, die mij met een volledigheid en intensiteit deden leven als in geen tien jaar daarna, hervond ik in het najaar van 1936 in Schaerbeek, toen de inspiratie zich baanbrak in een regenererende stroom van gedichten.’
[Poststempel: 8.XI.1936]
W. v. Eyck - Ik gaf mijn adres niet, omdat je toch niet schrijft. Het kiekje mislukte. Verder gaat alles best: ik werk hard aan proza en poezie. Hoor dat je studenten vòl zijn over je ‘Marsman-college's’ Ik kan mij geen beter ‘medium’ tusschen mij en het nageslacht denken. Ben je zeer dankbaar, maar betreur nog steeds er niet bij te mogen zijn. - Ik ga in Porta Nigra een en ander schrappen en veranderen; sommige eruit, sommige nieuwe erin. Op Porta Nigra (laatste afd.) kan nu volgen ‘Doorbraak’ waarin de doodsgedachte wijkt en ‘Poezie van Jacques Fontein’ (mijn ‘dubbelganger’), ten deele iets geheel nieuws.Ga naar voetnoot120 Ik zou graag herlezen wat je over Kloos schreef.Ga naar voetnoot121 Kun je het sturen? Mijn stuk over Gorter komt in De Gids. Ik heb het je maar niet laten lezen, omdat je het al druk genoeg hebt. - Verder, geloof ik, niets te melden. hart. gr. van huis tot huis 63, Av. de l'Opale |
|